Buiten in het donker zitten of op een donkere oprit thuiskomen is niet echt aangenaam, waardoor tuin- en buitenverlichting onontbeerlijk wordt. We geven je hier tips over hoe je je tuinverlichting kan aanleggen.
1Zorg eerst voor een tuinplan en lichtplan
Maak eerst een lichtplan op voor je tuin. Dat kan je uitbesteden aan een lichtadviseur, maar je kan ook zelf aan het tekenen slaan. Vaak vertrek je al van het tuinplan of de reeds aangelegde tuin.
Waar zijn of komen de bomen, een zone met gras, de terrassen, eventuele waterpartijen, en welke zones hiervan wil je gaan aanlichten? Wil je ook genieten van de tuin vanuit de woonkamer of is het voldoende dat je vanaf het terras een zicht hebt op de tuin? Heb je eerder een strakke tuin of is het een romantische plek?
Al deze zaken zullen een invloed hebben op hoe je je licht zal plaatsen en oriënteren. Een logische tip: bekijk je tuin ook goed ‘s nachts en ga eventueel al eens aan de slag met een zaklamp. Primitief, maar handig!
2Welke types van tuinverlichting bestaan er?
In je tuin zal je een onderscheid moeten maken tussen accent- en sfeerverlichting, oriëntatieverlichting en functionele lichtpunten. Denk goed na waar verlichting functioneel moet zijn, en waar de verlichting eerder voor sfeer en accenten dient te zorgen.
3Bepaal het aantal lichtpunten
Het spreekt voor zich dat het aantal lichtpunten een belangrijk gegeven is bij de installatie van tuinverlichting. Zoals zo vaak is ook hierbij de gulden middenweg de beste keuze: overdrijf dus niet met het aantal lichtpunten.
Hoewel bijvoorbeeld tuinverlichting op led de energiefactuur drastisch lager heeft gemaakt, is de aankoopprijs van dergelijke armaturen en de lampen nog steeds aanzienlijk.
Je kan eventueel in fasen werken om de kosten wat te spreiden. Eerst kan je bijvoorbeeld de verlichting aan buitendeuren en oprit aanpakken, omdat dit de veiligheid en sfeer ten goede komt. Nadien kan je bijvoorbeeld terras afwerken, en daarna andere lichtpunten wat verderop in de tuin.
4Kies de juiste armaturen
Het spreekt voor zich dat je voor buitenverlichting niet dezelfde armaturen kan gebruiken als voor binnen. Onder meer de weersomstandigheden spelen een rol, alsook welk type licht de armatuur in kwestie moet uitstralen.
Eerst en vooral moeten de armaturen (spat)waterdicht zijn. Het IP-getal dat je aantreft op armaturen geeft een indicatie van de waterdichtheid van de lamp. IP staat voor ‘international protection’ (internationale bescherming) en wordt gevolgd door twee getallen, bijvoorbeeld IP44. Het eerste cijfer duidt op de graad van bescherming tegen stof of vaste voorwerpen. Het tweede getal geeft een aanduiding van de waterdichtheid van het toestel. Hoe hoger het laatste cijfer, hoe meer waterbestendig.
Kies voor elegante armaturen die bij de stijl van jouw woning en tuin passen. Uiteraard zullen klassieke, romantische tuinen minder tot hun recht komen als je er moderne, speelse verlichting in plaatst. Denk dus goed na over welke uitstraling je huis en je tuin hebben en hoe je die kan versterken aan de hand van verschillende soorten armaturen.
Informeer naar het verbruik van de armaturen, om je energiefactuur zo laag mogelijk te houden en het milieu te sparen.
5Warm of koud licht?
Genoeg en de goede armaturen plaatsen is een eerste stap, maar ook de kleurtemperatuur speelt een belangrijke rol in hoe je tuin er zal uitzien. Voor de lichtbronnen – de lampen zelf – kan je grosso modo kiezen uit twee kleurtemperaturen: warm wit licht (lager dan 3300 Kelvin) en koud wit licht (4200 – 6500 Kelvin).
Het koudere wit is erg geschikt om het groen van bomen en struiken extra te benadrukken. Warmer wit licht gebruik je dan weer best in de buurt van terras en deuren. Een combinatie van beide is perfect mogelijk.
6Kies de juiste kabels voor buitenverlichting
Uiteraard zal je geïnstalleerde verlichting nutteloos zijn als je niet de nodige bekabeling voorziet. Want zonder stroom heb je vanzelfsprekend geen licht!
Reageer