Free Porn
xbporn

Elektrische fiets in de kijker (4): BinBike

De BinBike is een echte Belgische fiets: de ontwikkeling, assemblage en eindcontrole gebeuren in België.

Van de BinBike zijn er verschillende uitvoeringen. Het standaard Traffic model (1850 euro) is voorzien van een lithium-ion batterij 36V en 9Ah, goed voor een actieradius van om en bij de 60 km. De batterij zit weggewerkt in een handig afneembaar tasje, zodat opladen binnenshuis wel erg makkelijk wordt.

Wie grotere afstanden doet, kan nog kiezen uit drie Traffic-modellen met zwaardere batterijen: 36V-12Ah, goed voor 80 km (1915 euro); 36V-15Ah, met een bereik van 100 km (2000 euro); en 36V-20Ah, met een actieradius van 140 km (2165 euro).

De Traffic heeft een economische 3-standen regelaar (Low-Medium-High) waarbij je zelf de kracht bepaalt die je krijgt van de batterij.

Custom is een elektrische fiets voor jong en oud, betaalbaar en in een beperkt oplage verkrijgbaar. Net zoals bij de Traffic vind je hier dezelfde vier batterijen terug. Prijzen variëren van 1600 tot 1915 euro.

Tot slot is er het Europa-model dat gebruik maakt van een NiMH-batterij van 24V, die zit weggewerkt in de bagagedrager.

De verdeler van BinBike, Crystalyte-Europe, biedt ook complete motorkits aan, waarbij je zelf alle fietsen kan ombouwen tot een elektrische fiets. Niet alleen een stadsfiets maar ook vouwfietsen, tandems, mountainbikes tot zelfs bakfietsen. Je gebruikt je eigen fiets waardoor de meerkost best meevalt.

Je hebt de keuze tussen een aandrijving in het voorwiel of achterwiel, waarbij de elektromotor verkrijgbaar is voor diverse wielmaten (16 tot 28-inch). De motorkit is te verkrijgen bij verscheidene fietshandelaars bij Crystalyte-Europe te Bornem. Daar kan je terecht voor een testrit.

Zes dingen die je moet weten over de elektrische fiets

Is een elektrische fiets wel iets voor mij, en welke voordelen biedt het mij? Zes dingen die heel wat duidelijker maken waarvoor de elektrische fiets staat.

1. Wat is een elektrische fiets?

Een elektrische fiets geeft extra ondersteuning bij het trappen op momenten dat je dat nodig vindt: bij het beklimmen van heuvels, felle tegenwind, extra gewicht of op het einde van een lange rit.

2. Wanneer is een fiets nu eigenlijk een elektrische fiets?

De elektrische fiets ziet er uit als een fiets. Je moet dus al goed kijken wil je het verschil zien. Het verschil is dat een elektrische motor bijspringt bij het trappen. De elektrische motor kan zich in het voorwiel, het achterwiel of zelfs rond de pedalen bevinden. Een tweede opvallend element is de batterij die doorgaans een plekje krijgt achteraan op de fiets onder de bagagedrager, of weggewerkt in het frame.

De elektrische fiets moet echter aan een aantal voorwaarden voldoen om nog als ‘fiets’ te worden aanzien. Zo moet het vermogen van de elektrische motor maximaal 250 Watt zijn en van zodra de fiets 25 kilometer per uur overschrijdt, moet de assistentie van de elektromotor stoppen. Dat geldt ook als je ophoudt met trappen. Er mag enkel assistentie gegeven worden bij het gebruikmaken van de pedalen.

Wie niet aan deze criteria voldoet, komt in de categorie van de bromfietsen klasse B terecht, waar een valhelm en verzekering verplicht zijn.

3. Wie kan een elektrische fiets gebruiken?

Niet alleen senioren of mensen die minder beweeglijk zijn, zijn gretige afnemers van elektrische fietsen, ook steeds meer andere personen gebruiken de elektrische fiets. Bijvoorbeeld voor het woon-werkverkeer. De elektrische fiets maakt het net iets makkelijker om grotere afstanden af te leggen zonder volledig bezweet te arriveren op kantoor. Op fiscaal vlak zijn ze erg interessant: een elektrische fiets is voor de werkgever 120% aftrekbaar en is onbelast voor de werknemer.

Ook jonge gezinnen appreciëren het extra duwtje in de rug: met de spruit op een extra zadel of een extra fietsje dat wordt gekoppeld. Het maakt langere trips net iets aangenamer.

Vandaag zien de fietsen er hipper uit, zijn ze verkrijgbaar in verschillende kleurtjes, en wegen ze ook iets minder dan de eerste generatie. Allemaal zaken die een aankoop erg aantrekkelijk maken.

4. Hoe werkt een elektrische fiets?

Een elektrische fiets maakt doorgaans gebruik van vijf extra componenten: een elektromotor, een sensor, een batterij, een controller en een display.

  • De elektromotor: bij het trappen krijg je ondersteuning van de elektromotor die extra kracht overbrengt op één van de wielen.
  • De sensor: die voelt wanneer en in welke mate het nodig is om elektrisch ondersteuning te bieden; meet de druk op de pedalen.
  • De batterij: die het vermogen aan de motor doorgeeft.
  • De controller: het brein van de fiets. Krijgt een signaal van de sensor en geeft dat door aan de elektromotor.
  • Het display: voor de bediening van alle functies

5. Wat kost een elektrische fiets?

Elektrische fietsen zijn ontegensprekelijk duurder dan een gewone fiets. De instapmodellen zijn er al vanaf 1200 euro, maar er zijn evengoed modellen van 2000 tot 3000 euro. De prijs is afhankelijk van de afwerking, de gebruikte onderdelen en de batterij(en).

6. Hoe de batterij opladen?

De batterij sluit je door middel van de bijgeleverde lader aan op een 220V stopcontact. Je kan de batterij laden terwijl die zich nog op de fiets bevindt, maar je kan evengoed de batterij verwijderen en hem ergens anders opladen.

Een filter voor mijn camera!

1. UV-filters

Dergelijke filters halen het UV-component uit het licht. In onze contreien is de UV-straling aan de beperkte kant. Daarom is het grootste voordeel van deze filter vooral dat het je lens beschermt tegen krassen. Maar hiervoor zou je evengoed de zonnekap kunnen gebruiken…

2. Polarisatiefilters

Een van de meest populaire filters voor je lens. Het versterkt de kleuren, vermindert reflecties van water of glas (geen metaal!) en vermindert nevel. Wordt vaak aangekocht voor reisfotografie in zonnige oorden waar de hemel meer blauw wordt. Past goed bij lenzen met een groothoek tot normaal bereik (bv. 17-55mm): verder van de zon wordt de lucht donkerder gekleurd wat de focus meestal naar het onderwerp brengt.Er zijn twee types: circulair en lineair. Een circulaire polarisatiefilter bevat een extra laagje dat het lineair gepolarizeerd licht omzet naar een circulaire polarisatie. Voor spiegelreflexcamera’s is een dergelijke circulaire polarisatiefilter noodzakelijk.De polarisatiefilter bestaat uit twee delen: een deel om op de lens te bevestigen en een draairing waarmee je het effect kan doseren. Een blauwe hemel kan je dan donkerder maken naargelang de hoek van de lens tegenover de hemel. Het meest effectief is de filter wanneer het op 90 graden van de zon wordt gehouden. De zon staat dus links of rechts van jou.

Een nadeel van de polarisatiefilter is dat je langer moet belichten (iets langere sluitertijd). Binnenshuis haal je de filter het beste eraf.

3. ND-filters (Neutral density)

Hiermee kan je de helderheid beperken en win je een stop of twee in zeer zonnige omstandigheden wanneer het onmogelijk is verder te diafragmeren. Wordt vooral gebruikt bij landschapfotografie. Laat je toe in fel daglicht foto’s te maken van een waterval met tragere sluiertijden.Als er geen direct zonlicht is dan werkt de polarisatiefilter als een ND-filter.Een bijzonder versie is de Graduated Neutral Density Filter of gradueel dichtheidsfilter. Deze filter is bovenaan heel donker en wordt gradueel lichter tot aan de onderzijde, waar de filter volledig doorzichtig is. Het donkere deel blokkeert als het ware het licht dat op dat deel van de sensor valt, waardoor foto’s met een sterk contrast tussen donker en licht makkelijker te nemen zijn.

4. Kleurfilters

Kleurfilters gebruikt men doorgaans bij zwart/wit fotografie. Een gele filter doet de wolken beter uitkomen; met een oranje/rode filter zorg je voor meer dramatiek. Bij kleurfotografie kan je een bepaalde kleurtemperatuur verbeteren. Door Photoshop e.d. zijn kleurfilters minder populair geworden.

5. Skylight-filters

Vervanger van een UV-filter als de lens met camera wat te koud van toon is. Warmt de beelden op door de blauwzeem te verminderen. Ziet er rooskleurig uit.

6. Enkele weetjes

  • De prijzen van de filters zijn in verhouding tot de diameter van de lens. Hoe groter de diameter hoe hoger de prijzen.
  • Op een lens waarvan de objectieflens draait bij het scherpstellen kan je geen filters monteren. Enkel op lenzen met een inwendige focussing kan je een filter gebruiken zonder hem telkens te hoeven losschroeven.

Foto’s nemen gaat tegenwoordig als vanzelf!

Automatische modus

De automatische modus op compactcamera’s zorgt ervoor dat je enkel nog hoeft scherp te stellen en af te drukken voor een geslaagde foto. De automatische knop krijgt doorgaans het gezelschap van de P-stand, die het diafragma en de sluitertijd bepaalt, maar de rest aan jou overlaat.

P-stand in veel gevallen beter

Beter is deze instelling te kiezen: zo zal niet meteen de ingebouwde flitser openspringen en kan je witbalans, de focuspunten en ISO-waarden nog selecteren. Achter twee andere knoppen schuilen de sluitertijd- en het diafragma-programma waarbij je de sluitertijd of de f-stop kan selecteren.

De laatste tijd krijgen deze vier knoppen het gezelschap van andere beeldverbeterende functies. De meest opvallende is gezichtsherkenning (Face Detection) waarbij de camera scherpstelt op gezichten binnen het kader. Maar ook functies als de glimlachstand (er wordt een foto gemaakt als de geselecteerde persoon lacht), ingebouwde rode-ogencorrectie en knipperwaarschuwing (waarschuwt wanneer iemand de ogen had gesloten) geven het maken van geslaagde portretten een duwtje in de rug.

Bewegingsdetectie en andere functies

Andere interessante functies zijn scènedetectie (zie hieronder) waarbij de camera automatisch de optimale scènemodus kiest; bewegingsdetectie, een functie die beweging van de camera en het onderwerp compenseert; en contrastprogramma’s die de belichting en het contrast bij situaties met hoog contrast en belichte achtergrond optimaliseren. Deze laatste is handig om onderbelichte opnames of opnames met veel tegenlicht te redden.

Scènes, door de camerafabrikant vooraf gedefinieerde instellingen voor standaardsituaties, zijn een grote hulp voor de beginner. Alle instellingen van de camera zijn vastgelegd bij een bepaalde scène. Wil je een zonsondergang vastleggen, dan hoef je niet als een professional alle instellingen te maken. Wil je een foto van het strand of een sneeuwlandschap hoef je niet te weten dat je best belichtingscompensatie toepast. De camera doet dat voor jou. Het aantal scènes waarover de camera beschikt kan voor jou bijvoorbeeld een belangrijk selectiecriterium zijn.

Manuele instellingen?

Wens je creatief te zijn? Kies dan voor manuele instellingen.

De iets gevorderde fotograaf wil de sluitertijd en het diafragma manueel kunnen instellen. De iets duurdere modellen en spiegelreflexcamera’s bieden volledige manuele controle, en laten bijvoorbeeld toe tegelijk sluitertijd en diafragma in te stellen. Goedkopere modellen kunnen enkel één van beiden tegelijk. Door de M-stand op het fototoestel te selecteren, krijg je toegang tot de manuele instellingen van de fotocamera.

Hou daarom de toekomst een beetje in het oog. Wil je serieus verder gaan met fotografie, dan zijn manuele instellingen op de camera en verwisselbare lenzen een must. Je zal dan aangewezen zijn op een digitale spiegelreflexcamera.

Hoe kies ik de juiste lens?

Wat voor jou het meest geschikte objectief is hangt af van je persoonlijke voorkeur. Wat voor foto’s maak je het liefst? Op grond hiervan kies je voor één of meerdere objectieven. Let zeker op volgende zaken.

1. Brandpuntsafstand

Wat voor lens je nodig hebt, wordt bepaald door het aantal mm vergeleken met de standaardlens. Een digitale reflexcamera verandert de effectieve brandpuntsafstand, met een vergrotingsfactor die varieert van toestel tot toestel. De reden hiervoor is dat de beeldsensor kleiner is dan dat van het 35-mm filmformaat – ook wel full frame genoemd. Enkel de allerduurste en professionele reflextoestellen maken gebruik van een full frame sensor.

Een voorbeeld verduidelijkt veel: een foto genomen met een 50mm brandpunt op een digitale camera met cropfactor 1,6 zal dezelfde vergroting opleveren als een 80mm bij traditionele 35mm film (50 x 1,6 =80). Je zal dus wat meer ‘tele’ hebben en minder groothoek.

Doorgaans worden objectieven in de volgende 4 categorieën ingedeeld. De onderstaande brandpuntsafstanden (mm) zijn gebaseerd op cropcamera’s. Bepaalde zoomlenzen vallen uiteraard in verschillende categorieën.

  • Standaardlens (30-200 mm)
    Met een standaardobjectief kan je makkelijk uit de voeten bij een hele reeks van fotomomenten zoals portretten, interieur en landschappen.
  • Groothoeklens (minder dan 28 mm)
    Groothoekobjectieven hebben een grote beeldhoek, hierdoor zie je meer van de omgeving dan je met je ogen waar kan nemen. Ze zijn dan ook erg geschikt voor het fotograferen van landschappen en interieur. Speciale objectieven zijn de ultra-groothoeklens (10-20 mm), de fisheye-lens (minder dan 15mm) en de tilt-shift lens, een gespecialiseerde lens voor het fotograferen van gebouwen, zowel binnen als buiten. De lijnen blijven parallel lopen en tonen geen vertekening.
  • Telelens (groter dan 200 mm)
    Is de waarde veel groter dan 50mm, dan is het een telelens. Dit objectief bezit een kleine beeldhoek, waardoor het onderwerp vergroot in beeld komt en dus dichterbij lijkt. Ideaal om dieren en sport te fotograferen, als men verder van het onderwerp staat.
  • Macrolens
    Met dit objectief kan je mooie en grote detailopnamen maken van onderwerpen zoals insecten, planten, en andere kleine objecten. Vaak spreekt men van een vergrotingsfactor 1:1, 1:3 of 1:10. Bij een lens met een factor 1:1 (het minimum om van een echte macrolens te spreken) zal het geprojecteerde beeld van het onderwerp op de beeldsensor even groot zijn als het onderwerp. Een beeld van een 20mm insect zal 20mm op de beeldsensor innemen. Een macrolens met factor 1:3 zal een onderwerp van 1mm vergroten tot 3mm.

2. Snelheid van de lens

Bij aanschaf van je lens is het belangrijk te weten welke lichtsterkte er op de lens staat. Dit wordt aangegeven met de f-waarde. Hoe kleiner deze f-waarde, hoe groter de diafragmaopening. Dit getal wordt altijd vermeld bij de specificaties van het objectief. Een lens met f/1.4 bijvoorbeeld is bijzonder lichtsterk.

3. Prime of zoom

Objectieven komen voor in twee varianten: met een vaste brandpuntsafstand (prime lens genoemd) of als zoomlens. De brandpuntsafstand wordt uitgedrukt in millimeter (mm).

Met een zoomlens kan je in- en uitzoomen tussen de minimum en de maximum waarde (in mm) die de lens ondersteunt. Een ander voordeel van zoomlenzen is dat je niet zo vaak van lens moet wisselen en minder kans hebt op stof op de sensor. Een nadeel is dat zoomlenzen vanwege hun constructie minder licht doorlaten dan prime-lenzen. Bovendien bevat een zoomlens meestal twee f-waarden: bij het imzoomen zal je wat aan licht verliezen. Duurdere zoomlenzen hebben een f-waarde die constant blijft over het hele zoombereik.

Voor een prime lens is het daarom iets goedkoper om een lichtsterk exemplaar op de kop tikken.

4. Extra’s

Er zijn ook objectieven met een beeldstabilisator, dit kan je herkennen aan de term IS of VR. Deze functie voorkomt dat je foto’s mislukken door bewegingen van de camera.

Je kan ook gebruik maken van speciale filters om de kwaliteit van je foto’s te verbeteren. Zo zijn er polarisatie-filters die hinderlijke reflecties weg kunnen nemen en zorgen voor een natuurlijke kleurweergave. Je hebt de keuze tussen een reeks speciale filters zoals soft-focus-filters en kleurcorrectie-filters.

Je kan ook opteren voor het gebruik van een zonnekap, zo kan je ongewenste lichtinval reduceren of voorkomen. Bij de specificaties van het objectief kan je lezen welke zonnekap geschikt is.

Meer megapixels niet altijd beter

Hoe meer megapixels hoe groter je foto’s kan laten afdrukken. Maar laat ons eerlijk zijn: hoe vaak druk je posters af? Het merendeel van de foto’s blijven ontwikkeld worden in 10×15 cm, en zelfs als we online of bij de fotograaf fotoalbums laten maken, is het formaat van de afgedrukte foto’s nauwelijks groter dan een A4-pagina.

Trend naar meer zowel bij compact als spiegelreflex

Voor de afdruk van een ‘gewone foto’ van 10 x 15 cm volstaan compactcamera’s van 4 à 5 megapixels (de mega staat voor een miljoen). De meeste compactcamera’s komen nu echter met een 10 à 12 megapixelsensor of hoger en krijgen ook sterkere processoren mee, dus op dit vlak zou je amper problemen mogen ondervinden.

De beeldsensor in een compact camera is een stuk kleiner dan die van een digitale spiegelreflexcamera. Bij minder licht zal er dan meer ruis te zien zijn in de foto’s. De grotere fotodiodes van een spiegelreflexcamera hebben een betere signaal-ruisverhouding, en er zal pas ruis optreden bij hogere ISO-waarden, meestal vanaf ISO 800.

De megapixelrace die nu al een aantal jaar aan de gang is, kunnen we echter kort samenvatten: meer megapixels zeggen niet altijd evenveel over de kwaliteit van je foto’s. Zaken als compositie als verlichting zijn minstens even belangrijk en zullen veel bijdragen aan de kwaliteit van je foto. Staar je dus niet blind op het aantal megapixels die je camera biedt, maar hou ook rekening met de andere eigenschappen als zoomfunctie en ISO-gevoeligheid.

Mexapixels: meer is niet altijd beter

Hoe meer megapixels hoe groter je foto’s kan laten afdrukken. Maar laat ons eerlijk zijn: hoe vaak druk je posters af? Het merendeel van de foto’s blijven ontwikkeld worden in 10×15 cm, en zelfs als we online of bij de fotograaf fotoalbums laten maken, is het formaat van de afgedrukte foto’s nauwelijks groter dan een A4-pagina.

Trend naar meer zowel bij compact als spiegelreflex

Voor de afdruk van een ‘gewone foto’ van 10 x 15 cm volstaan compactcamera’s van 4 à 5 megapixels (de mega staat voor een miljoen). De meeste compactcamera’s komen nu echter met een 10 à 12 megapixelsensor of hoger en krijgen ook sterkere processoren mee, dus op dit vlak zou je amper problemen mogen ondervinden.

De beeldsensor in een compact camera is een stuk kleiner dan die van een digitale spiegelreflexcamera. Bij minder licht zal er dan meer ruis te zien zijn in de foto’s. De grotere fotodiodes van een spiegelreflexcamera hebben een betere signaal-ruisverhouding, en er zal pas ruis optreden bij hogere ISO-waarden, meestal vanaf ISO 800.

De megapixelrace die nu al een aantal jaar aan de gang is, kunnen we echter kort samenvatten: meer megapixels zeggen niet altijd evenveel over de kwaliteit van je foto’s. Zaken als compositie als verlichting zijn minstens even belangrijk en zullen veel bijdragen aan de kwaliteit van je foto. Staar je dus niet blind op het aantal megapixels die je camera biedt, maar hou ook rekening met de andere eigenschappen als zoomfunctie en ISO-gevoeligheid.

Over optische zoom en brandpuntsafstand

Wie graag ver verwijderde voorwerpen of personen fotografeert, kiest best voor een camera met optische zoom. En daarover beschikt vandaag elke compactcamera.

Zoomverhouding

De optische zoomlens zorgt er voor dat je dichter bij je onderwerp kan gaan, zonder je te moeten verplaatsen. De zoomverhouding, uitgedrukt in bijvoorbeeld 3x optische zoom, is het verschil tussen de brandpuntsafstand van de instelling van de breedste hoek (=kortste brandpuntsafstand) en het maximum dat je kan inzoomen (= de langste brandpuntsafstand).

Brandpuntsafstand of groothoek

De zoomverhouding is niet het allerbelangrijkste om op te letten. Kijk ook goed naar de kortste brandpuntsafstand of de groothoek, zoals vermeld op websites of in de brochures van de fabrikanten. Met een 28mm zal je meer in beeld kunnen brengen dan met een 35mm. De lange brandpuntsafstand is een indicatie van hoe ver je kan inzoomen, bijvoorbeeld 200mm voor het fotograferen van vogels.

Bij verwisselbare objectieven drukt men de optische zoom niet uit in 3x optische zoom, maar in brandpuntsafstand. Een 180mm brandpuntsafstand is dan 10x zoom in vergelijking met een 18mm brandpuntsafstand. Bij een zoomlens (bv. 18-200mm) is de hoeveelheid licht die doorgelaten wordt bij een bepaalde brandpuntsafstand verschillend. Op 18mm kan dat bv. f/3.5 zijn; bij 180mm bijvoorbeeld slechts f/5.6. Bij een grotere zoom-afstand zijn in dit geval dus langere sluitertijden nodig om een foto goed te belichten.

Filmreview: The Shawshank Redemption (Blu-ray)

De jonge bankier Andy Dufresne (Tim Robbins) wordt beschuldigd van moord. Hij krijgt levenslang en wordt naar de strengbewaakte gevangenis Shawshank gestuurd. Daar sluit hij vriendschap met de oude gevangene Red, gespeeld door Morgan Freeman.

Film

Langzaam aan werkt hij zich, met het nodige vallen en opstaan, op in de gevangenis en mag hij zelfs voor de gevangenisdirecteur en de bewakers de ‘financiën” regelen. Ondertussen houdt hij zijn onschuld staande… Robbins en Freeman leveren de beste acteerprestaties uit hun carrière, misschien met Morgan in de film Seven als uitzondering. Ook de bijrol van filmveteraan James Whitmore, die de oude gevangene Brooks speelt, is uitstekend. In deze film staat het verhaal voorop, dat erg meeslepend en uitdagend is, en de kijker en personages constant vragen stelt.

Leuk om weten

De film is gebaseerd op het kortverhaal ‘Rita Hayworth and Shawshank Redemption’ van de schrijver Stephen King. Het is de eerste langspeelfilm van Frank Darabont die later nog The Green Mile en The Mist filmde. De film werd genomineerd voor 7 Oscars – en schande: won er geen enkele.

Genre? Drama
Jaar? 1994
Speelduur? 143 min

Beeld

De film heeft een 1.78:1 beeldformaat, met een resolutie van 1920x1080p. Mooie cinematografie van Roger Deakins, die ook al te bewonderen was in Martin Scorcese’s Kundun en No Country For Old Men van The Coen Brothers. De cinematografie, met aandacht voor details, draagt een goed beeld uit van de grootte van de Shawshank gevangenis. Een mooi voorbeeld van het vakwerk is de dakscène waarin Andy er in slaagt voor zijn medegevangenen een biertje te versieren.

shawshank-redemption

Geluid

Voorzien van een soundtrack in Dolby Digital 5.1 met passende filmmuziek van Thomas Newman. Verwacht je niet aan surround, het geluid is vooral in de voorste drie kanalen hoorbaar. De audiocommentaar van regisseur Frank Darabont mag er best zijn.

Extra’s

Audiocommentaar van regisseur Frank Darabont, in het Nederlands ondertiteld.

Glanzende vloeren met de boenmachine

Boenmachines worden ook weleens schrobmachines genoemd. De machine wordt gebruikt voor het reinigen van een vloer met water en zeep. Maar wat is nu het verschil tussen gewoon reinigen met een trekker en dweil?

Een boenmachine vereenvoudigt het kuisen van grote ruimtes. Met deze machine reinig je een oppervlakte met water en zeep. Roterende borstels zorgen voor de reiniging en de aftrekker achteraan zuigt het vuil en water op zodat de oppervlakte snel droog wordt en de vloer glanst.

De roterende borstels weken met toevoer van water het vuil los van de vloer. Het zuigkrachtsysteem van het toestel laat een schoon en droog vloeroppervlak achter. Na een behandeling met de boenmachine gaat je vloer mooi gaan glanzen.

Aan het water hoef je geen schoonmaakmiddelen toe te voegen. Een boenmachine is zeer geschikt voor het reinigen van harde vloeroppervlakken zoals tegelvloeren, natuursteenvloeren of vinyl. Ook bij parket en hardhouten vloeren wordt regelmatig een boenmachine ingeschakeld.

Dyson reageert op onderzoek onhygiënische handdrogers

Dyson Airblade Handdroger

In enkele Belgische kranten verscheen een artikel over handdrogers waarbij werd gezegd dat deze onhygiënisch zijn. In de artikels verwijst men onterecht naar de Airblade handdroger, zo zegt fabrikant Dyson.

In de artikels werd verwezen naar een onderzoek van de Universiteit van Westminster. Het Britse onderzoek stelde dat heteluchtdrogers, die we vooral aantreffen op openbare toiletten, zorgen voor een sterke toename van het aantal bacteriën op de handen na het wassen. De hoeveelheid bacteriën op de vingertoppen neemt met gemiddeld 186% toe. Bij de handpalmen gaat het zelfs om een toename van 230%.

Over de Dyson Airblade staat in het onderzoek te lezen: ‘Bij de methode met de hogesnelheidsdroger, waarbij je je handen in een toestel houdt waar wind met een snelheid van 600 km per uur doorheen wordt gejaagd, verhoogde het aantal bacteriën met 53 procent op de vingertoppen en met 9 procent op de handpalmen.’

Dyson wil dit ten stelligste ontkennen. Na een uitgebreide testfase heeft NSF International de Dyson Airblade handdroger het NSF protocol (P335) van hygiënische handdroger toegekend. Tot op vandaag is de Dyson Airblade de enige handdroger die dit protocol heeft ontvangen. Het protocol is opgemaakt door een groep gezondheidsexperts en vat een aantal vereisten samen waaraan een hygiënische handdroger moet voldoen. Zo verwijdert de HEPA-filter in de Dyson handdroger 99,7% van de bacteriën uit de lucht voor ze op je handen geblazen worden.

Dyson laat ook weten dat de bewuste studie werd gefinancierd door de industrie die papieren handdoekjes maakt.

De Dyson Airblade

De technici van Dyson zijn drie jaar bezig geweest met het ontwikkelen van de Dyson Airblade. Het toestel blaast koude lucht met een snelheid van meer dan 640 km/u op de handen. In 10 seconden zijn ze droog.

Nu ook te vinden op Brussels Airport

Brussels Airport koos onlangs nog voor deze handdrogers, er werden er 320 aangekocht zodat er in elk publiek toilet één komt. De Dyson Airblade toestellen zijn sterk en dat is ook nodig: ‘We hebben de Dyson Airblade handdrogers bijna acht maanden getest, ‘Zegt Lucien Vandergoten, Head of Facilities en Renovation Brussels Airport. ‘We hebben de toestellen opgehangen in de toiletten die de meeste passagiers over de vloer krijgen. In heel die periode hebben we geen enkele klacht of probleem gehad, geen defecten, niets. Dat is heel uitzonderlijk, want zeker in vakantieperiodes, wanneer er veel reizigers op de luchthaven zijn, krijgen die toestellen nogal wat te verduren, en zelfs dan, geen problemen.’

Voor Brussels Airport is dit niet alleen een milieuvriendelijke maar ook een geldbesparende oplossing, Vandergoten: ‘We betaalden jaarlijks een fortuin aan papieren doekjes. Niet alleen de aankoop weegt door, ook de verdeling van die doekjes moet gebeuren, het opruimen en wegbrengen, noem maar op. Die kosten vallen weg.’

Wat is het verschil tussen 720p en 1080i?

Bij High Definition televisie hoor je vaak termen als 720p en 1080i vallen. Maar wat betekenen ze juist?

720p staat voor een beeldresolutie van 1280 x 720 pixels en een progressieve beeldopbouw; met 1080i bedoelt men een beeldresolutie van 1920 x 1080 pixels en een geïnterlinieerde beeldopbouw (interlaced in het Engels).

Met een geïnterlinieerde indeling wordt het scherm in twee fases opgebouwd. Die opbouw gebeurt erg snel zodat het menselijke oog dit amper ziet, behalve een kleine flikkering in het beeld. Een progressief signaal is geavanceerder dan geïnterlinieerd. De beelden worden in één keer op het scherm geschreven. Vooral bij bewegende beelden (sportuitzendingen e.d.) doet 720p het erg goed.

Tv-formaten worden steeds volgens volgende formule omschreven: (1) het aantal actieve lijnen per frame + (2) het scanning algoritme (interlaced of progressive) en (3) de frame rate. Zo komen we tot aanduidingen als 720p50, 1080i25 of 1080p50.

Maar wat is nu het verschil tussen 1080i en 720p?
Wanneer we naar de cijfers kijken lijkt 1080i beter dan 720p. In de praktijk is het echter een ander verhaal. Bij 720p worden 50 volle beelden per seconde aangeboden en is er geen bewegingsonscherpte door de progressieve opbouw van de beeldlijnen. Bij 1080i worden slechts 25 beelden per seconde opgebouwd, en worden de beeldlijnen wisselend opgebouwd. Dat veroorzaakt bewegingsonscherpte. Ondanks dat 1080i meer beeldpunten bevat (1920 t.o.v. 1280 bij 720p) gaat het hier wel om beeldpunten in stilstaande beelden. Bij bewegende beelden is het aantal beeldpunten dat wordt afgeleverd per seconde van belang voor de uiteindelijke kwaliteit.

Op het vlak van bandbreedte – van belang voor de omroepen en kabelmaatschappijen – zijn er amper verschillen.

Uitgelegd: wat bedoelt men met 24p?

Speelfilms worden steeds opgenomen met een snelheid van 24 beelden per seconde (24p). Televisieprogramma’s en dvd’s spelen echter af met een snelheid van 25 beelden per seconde.

Films die je dus ziet op televisie of op dvd worden dus zo’n 4 procent sneller afgespeeld. Stemmen en geluiden klinken hierdoor iets hoger. Je kan makkelijk de proef op de som nemen door de totale speelduur van een film op dvd-hoesje te vergelijken met de speeltijd in de cinema (via www.imdb.com).

Door de 24p-ondersteuning (of 24Hz) op televisies en Blu-ray Discs wordt de film net zoals de regisseur bedoeld heeft weergegeven.

Let er wel op dat niet elke nieuwe flatscreen een echte 24p-playback laat zien. Zo zijn er tv’s die de 24Hz-beelden weergeven op 60Hz, waarbij judder (stotteren) kan optreden wegens de 3:2 pulldown. De 24p-content binnenhalen in de tv is dus geen garantie voor het vloeiend kunnen weergeven ervan. Een tv die wel een 24p-weergave perfect beheerst zal hiervan een 72Hz of 96Hz—signaal van maken. Als je goed oplet zijn dit veelvouden van 24!

Waarop letten bij de aankoop van een epileerapparaat?

Met of zonder pijnverzachting, met of zonder meerdere opzetstukken voor de volledige lichaamsverzorging, … zelfs bij de aankoop van een epilator kan je al voor moeilijke keuzes geplaatst worden. Wie precies weet wat hij wil, vooraleer hij de winkel binnenstapt, heeft uiteraard al een stapje voor op de rest.

Voor het elektrisch epileren zijn er twee systemen op de markt. Het eerste maakt gebruik van kleine pincetjes. Die trekken de haartjes één voor één uit. Een tweede systeem werkt op basis van roterende schijven. De haartjes komen hiertussen klem te zitten en worden zo uitgetrokken.

Hou bij de aankoop van een epilator zeker rekening met deze zaken. Kies jij voor …

Eén of meer epileerkoppen?

Een aparte kop voor bijvoorbeeld de oksels en de bikinilijn heeft minder epileerschijfjes waardoor de pijn op deze gevoelige plaatsen draaglijker wordt. Sommige epileerapparaten worden geleverd met een scheerhoofd waardoor je ze kan omtoveren in een ladyshave.

Vaak treft men in het pakket ook een scrub- of peelingkop aan. Die klik je op het epileerapparaat om tussen twee epileerbeurten oude huidschilfertjes te verwijderen. Op die manier voorkomt men ook ingegroeide haartjes.

Pijnverzachters of verbijt je liever de pijn?

Een pijnverzachter verzacht en kalmeert uiteraard de huid tijdens en na het ontharen. Daardoor krijgen rode vlekken en huidirritatie minder kans. De methodes om de pijn te verminderen variëren: een massagefunctie op de kop, frisse lucht, een ijselement of een sonisch massagesysteem.

Het ijselement verdooft lichtjes de huid net voor het ontharen, zodat de pijn iets minder is. Je plaatst het element telkens na gebruik terug in de diepvriezer. De massagefunctie ontspant de huid, net zoals bij een massage.

Een toestel voor droog of nat gebruik?

Er bestaan epilators die nat kunnen gebruikt worden met zeep, schuim of douchegel. Het is bovendien algemeen geweten dat het aan te raden is de benen te epileren na het nemen van een bad en een douche, omdat de poriën van de huid dankzij de warmte vergroten. Het epileren van de haartjes wordt dus gemakkelijker en minder pijnlijk.

Het Bosch Easy-alarmsysteem in de praktijk

Elektrozine.be kreeg de kans om een dag op installatiebezoek te gaan met Kurt Ryckeboer. We volgden van nabij de installatie van een Bosch Easy-alarmsysteem.

Ingenieur Kurt startte met de eigen zaak Ryckeboer A&S in 2003. Sinds 2005 opereert Kurt vanuit Torhout waar de showroom en het magazijn zich bevinden. Eén van de sterke troeven van het bedrijf is het totaalconcept inzake elektriciteit, automatisering, beveiliging en sinds kort EPB-ventilatie. Kurt stond onder meer al in voor de beveiliging van de Koninklijke Musea Bozar te Brussel. Als beveiligingsmerk kiest Kurt resoluut voor Bosch.

Voor de installatie van een alarmsysteem bij een woning die zowel voor privégebruik als professionele doeleinden dient, maakte Kurt gebruik van het Bosch Easy Series-alarmsysteem. Dit recente inbraaksysteem maakt gebruik van een centraal geplaatst bedieningspaneel dat de status van de beveiliging aangeeft, en via badges bediend worden, in plaats van moeilijk te onthouden toegangscodes.

Hoe gaat Kurt te werk?

Kurt brengt steeds eerst een bezoek aan het pand om de zowel de buitenkant van de woning als de leefvertrekken te observeren. In dit stadium kunnen de zwakke plaatsen en risico’s beter worden ingeschat. Even belangrijk zijn de leefgewoontes van de bewoners, die worden onderzocht in functie van het systeem om zo de eigen vrijheid zo weinig mogelijk te belemmeren.

Na het eerste bezoek maakt Kurt een voorstel op met het aantal detectoren en de types, het aantal klavieren, het aantal sirenes, of alarmmeldingen moeten worden doorgestuurd naar de gsm…

Voor het plaatsen en uittesten van een alarmsysteem reken je best – afhankelijk van de grootte van de woning – op ongeveer 2 à 3 dagen.

De fiche van het project is als volgt:

  • vergaderzaal bureau: 1 PIR-bewegingsdetector
  • burelen: 1 PIR-bewegingsdetector
  • inkomhal burelen: bewegingsdetector, rookdetector en binnensirene
  • inkomhal privé: 1 PIR-bewegingsdetector
  • woonkamer (L-vorm): twee PIR-bewegingsdetectoren
  • overloop privé: 1 PIR-bewegingsdetector en rookdetector
  • garage: 1 PIR-bewegingsdetector en twee magneetcontacten op de twee garagepoorten
  • ramen van drie slaapkamers en twee badkamers voorzien van draadloze magneetcontacten

Een kort woordje uitleg over beveiliging

“Er bestaan twee manieren van elektronische beveiliging”, zegt Kurt Ryckeboer, “namelijk omtrekbeveiliging en volumebeveiliging. De eerste is een combinatie van deur- en raamcontacten. De tweede omvat enkel detectoren. Het voordeel van omtrekbeveiliging is dat je het alarm kan inschakelen als je thuis bent. Hierbij kan men zich volledig vrij bewegen door de woning, die toch beveiligd blijft. Indien men toch de woning wenst te verlaten, dient men het systeem uit te schakelen. Nog een groot voordeel van perimeterbeveiliging is dat de inbreker wordt gedetecteerd als hij nog buiten staat.”

“Ingeval van een volumetrische beveiliging is de inbreker al binnen. Bij het merendeel van onze klanten installeren wij een alarmsysteem dat een combinatie vormt van de twee technieken. De risico- en circulatieruimtes worden voorzien van een detector die ingeschakeld is wanneer men niet thuis is. Indien men kiest om enkel detectoren te plaatsen dan kan men bijvoorbeeld ook kiezen om ’s nachts beneden te beveiligen en boven niet.”

Goed om weten, vertelt Kurt, is dat een inbreker drie dingen aan zijn hoofd heeft: hij wil een buit, een lage pakkans en een veilige vlucht. Kurt: “Door het plaatsen van een alarmsysteem zijn er al twee factoren die dit belemmeren. Veel inbrekers zijn ontmoedigd bij het zien van een alarmsysteem. Heb je dan toch te doen met een hardnekkige inbreker, dan is het een gigantisch verschil dat hij een voormiddag ongestoord zijn werk kan gaan of dat hij zich slechts gemiddeld drie minuten in de woning bevindt. In deze laatste situatie gaan inbrekers steeds op zoek naar de meest waardevolle buit. Een tip is om een alarmsysteem te combineren met een kluis. De kluis installeer je op een goed toegankelijke plaats en dient verankerd te worden. Hierdoor zullen inbrekers al snel ontgoocheld zijn. Wist je dat tussen kerst en nieuwjaar er veel inbraken zijn omdat dan de juwelen bovengehaald worden uit de kluis van de bank?”

Send this to a friend