Free Porn
xbporn

Uitgelegd: Wat is een HDMI-switch?

hdmi-switch

Een HDMI-switch kan een handige tool zijn als je een televisie bezit die maar een klein aantal HDMI-poorten heeft.

Een HDMI-switch doet eigenlijk het tegenovergestelde van een HDMI-splitter: het vergroot het aantal bronnen dat je op een tv kan aansluiten. Een switch is een eenvoudige oplossing: je sluit de switch via een HDMI-kabel aan op je televisie, waardoor je meteen over een paar extra HDMI-ingangen beschikt. Dit kan een probleem zijn voor veel gezinnen, vooral omdat we steeds meer HD-bronnen in huis hebben: Blu-ray spelers, versterkers, spelconsoles, set-topboxen, …

Er zijn verschillende uitvoeringen op de markt: uiteraard verschilt het aantal HDMI-uitgangen per apparaat, maar ook de bediening kan variëren. Sommige komen met een afstandsbediening waarmee je van op afstand kan aanduiden welke poort doorgegeven moet worden naar je televisie.

Met een HDMI-switch zal in principe geen kwaliteitsverlies waarnemen. Waar je wel op moet letten is dat de switch dezelfde HDMI-functionaliteiten biedt als je kabels om een optimaal resultaat te halen.

Waarop letten bij het plaatsen van je luidsprekers?

luidsprekers plaatsen

In een home cinema is het uiteraard belangrijk om het maximum uit je luidsprekers te halen. Daarom is het belangrijk om deze goed op te stellen.

Kies de juiste plek

De eerste regel die je moet naleven is de juiste plaats zoeken voor je luidsprekers. Zet je je luidsprekers niet goed neer, zal je immers meer last hebben van frequentierespons en een geluid waar niet veel diepte in zit. En zet je je speakers te dicht bij de muren, kan je overlast veroorzaken bij de buren.

De beste opstelling is een gelijkbenige driehoek (de afstand tussen de twee buitenste luidsprekers en de luisteraar en de luidsprekers onderling moet gelijk zijn) waarbij de buitenste luidsprekers naar de luisteraar gedraaid staan. Daarnaast is ook de afstand tussen de luisteraar en de centrale speaker best even lang als deze afstand.

Zoals we eerder vermeldden, is het ook belangrijk dat je speakers in de zogeheten ‘neutrale zone’ staan, waarin luidsprekers het meest neutrale geluid produceren. Die zone kan je zelf bepalen.

Dit doe je als volgt: ga dicht tegen de achterwand staan (dus waar je speaker komt), maar wel op een redelijke afstand van de zijmuur. Kies een toon of een woord dat je constant op een gemiddelde toon en gemiddeld volume uitspreekt. Laat een tweede persoon plaatsnemen waar je sofa komt te staan en laat die bepalen op welk moment je stem het meest ‘open’ klinkt. Je zal merken dat je stem dicht tegen een muur diffuus gaat klinken. Klinkt je stem in focus, dan stop je en markeer je het punt.

Nu stap je nog verder naar achteren en spreek je opnieuw het woord uit op dezelfde manier als daarnet. Op een bepaald moment zal je stem weer focus verliezen, omdat de achterwand het geluid begint te vervormen. Het punt tot waar je stem in focus ligt, markeer je opnieuw. De zone tussen de twee markeringen is de neutrale zone, waarin je geluid het best weergegeven wordt.

Voor de zijmuren doorloop je hetzelfde proces: beweeg met je gezicht naar de zijmuur tussen de twee gemarkeerde punten naar achteren en spreek hetzelfde woord opnieuw uit. De luisteraard zal opnieuw horen dat je stem op een bepaald moment uit focus zal gaan. Dit punt dien je opnieuw te markeren. Stap nog verder naar achteren en doe opnieuw de stemtruc. Opnieuw markeer je het punt waar je stem focus verliest.

Voorkom galm

Een ander belangrijk aspect van geluidskwaliteit is de mate waarin je ruimte voor weergalming zorgt. Denk bijvoorbeeld aan een lege huiskamer of sommige badkamers: door de weergalming wordt geluid te veel vervormd. Het is daarom aangewezen om in je woonkamer lange gordijnen te hangen, bij voorkeur met dikke stof. Die houden uiteraard niet enkel lichtinval van je ramen buiten, maar zorgen ook voor betere geluidsverstrooiing. Hetzelfde geldt voor een tapijt: leg een bij voorkeur hoogpolig wollen kleed voor je luidsprekers. Dit soort tapijten kan je geluid dempen en zo voor een beter resultaat zorgen.

Indraaihoek

Voor een zo goed mogelijke geluidsweergave plaats je best je buitenste luidsprekers zo dat ze naar het luisterpunt gedraaid staan. Een hoek van 30° is daarbij meestal ideaal.

Oorhoogte

Hoe meer je je speakers op oorhoogte plaatst, hoe beter het geluid zal overkomen. Een vloerstandaard kan daarbij helpen.

Uitgelegd: Wat is Wireless HDMI?

wireless hdmi

Wireless HDMI is de officieuze term voor een HD-signaal dat via een draadloze HDMI-verbinding tot stand komt. Een woordje uitleg.

Hoewel Wireless HDMI in de technologiewereld algemeen gebruikt wordt om een draadloze HDMI-verbinding te benoemen, heeft de techniek nog geen officiële benaming gekregen. Dit komt voornamelijk omdat er nog geen standaardconfiguratie gekozen is voor deze technologie.

Via een draadloze verzender en ontvanger kan je een HD-beeld verzenden zonder dat daarvoor kabels bij komen kijken. Heel handig als je bijvoorbeeld je televisie hoog aan de muur hangt en geen storende kabels naar je toestellen wil trekken. Of voor wie een projector in huis heeft en die aan het plafond hangt, bijvoorbeeld. In zulke gevallen is het vaak zelfs zo goed als onmogelijk om op een esthetische manier bekabeling te voorzien.

In zulke gevallen is Wireless HDMI een goede oplossing. Sommige apparaten maken al gebruik van de techniek. Zo rustte Epson bijvoorbeeld al enkele projectors uit met een Wireless HDMI-ontvanger.

Natuurlijk moet je ook een verzender hebben en dus zal je ook over een toestel moeten beschikken die de techniek ondersteunt. Deze zijn echter nog niet zo gemakkelijk te vinden, maar er bestaan ook aparte dongles voor zowel ontvangers als verzenders. Die kan je dan bijvoorbeeld in de HDMI-poort van je televisie, projector, Blu-ray speler of spelconsole stoppen.

Bij Wireless HDMI zou je geen last mogen hebben van een mindere kwaliteit, maar als je het signaal naar verschillende kamers stuurt durven er wel haperingen optreden. Maar er zit zeker toekomst in de draadloze HDMI-techniek, want er zijn eigenlijk bijna enkel maar voordelen aan verbonden.

Lifestyle 535 II- en 525 II-systemen beste Bose home cinema ooit

Bose is zowat de koning van de home cinema. Het bedrijf combineert in zijn nieuwste systemen professionele kwaliteit met gebruiksgemak.

Beide systemen komen met een centrale Lifestyle-hub die dienst doet als 3D Blu-ray disc speler met ingebouwde FM/AM-tuner en een docking station voor je iPhone of iPod. Op het toestel kan je tot zes HD-video- en audiobronnen aansluiten, zoals je settopbox, gameconsole en uiteraard je tv.

Bose zou Bose niet zijn als het niet met enkele opvallende eigenschappen komt. Zo zorgt de Unify-technologie ervoor dat je alle aangesloten apparaten via het centrale systeem kan bedienen. De software helpt je bovendien bij het instellen van je apparatuur, zodat je geen echte kenner hoeft te zijn om met het systeem overweg te kunnen. Wil je wel van 1080p Full HD-resolutie genieten, maar heb je (nog) geen Blu-ray films liggen, dan kan je je DVD’s upscalen naar Full HD.

Wat dit systeem extra persoonlijk maakt, is de Adaptiq-technologie. Het systeem zal daarbij de afmetingen, vorm, structuur en andere elementen van de ruimte analyseren en zal het geluid daaraan aanpassen, zodat je het volledige potentieel uit het toestel haalt.

Dat geluid wordt weergegeven door aanpasbare luidsprekers die je naast en boven of onder je tv kan plaatsen. Het 535-systeem komt met hoogwaardige Jewel Cube-luidsprekers, terwijl de 525 met iets grotere Direct/Reflecting-speakers komt. Samen met de Acoustimass-module, die je in een hoek of uit het zicht kan plaatsen, zorgt Bose voor een complete dynamische surround sound. De installatie wordt daarbij geholpen door Videostage 5-decodering en nabewerking, gecombineerd met Digital 5.1-decodering en DTS, wat voor zo goed als elke bron meerkanaals surround sound van hoge kwaliteit oplevert.

Wil je bovendien je favoriete muziek van op je computer of mobiel apparaat via het Lifestyle-systeem afspelen, dan kan je via een optionele wifi-adapter muziek draadloos streamen vanaf de SoundTouch-apparaten.

Klik hier om producten in te laden

Wat zegt het aantal Hertz over de beeldkwaliteit?

Refresh rate hertz

De term Hertz (Hz) geeft aan hoe vaak het beeld op het scherm wordt ververst. Hoe meer Hertz, hoe vloeiender beelden worden weergegeven en ‘motion blur’ verdwijnt. Maar er kunnen ook artefacten optreden doordat die extra frames er worden bij verzonnen.

Vroeger werden alle tv’s uitgerust met een refresh rate van 60 Hz, wat inhoudt dat per seconde 60 beelden getoond worden. Tv-beelden werden dan ook logischerwijze uitgezonden aan 60 Hz. Dit is nog een overblijfsel van de CRT-televisies.

Een paar jaar geleden kwamen echter de eerste lcd- en led-tv’s uit met een refresh rate van 120 Hz en later zelfs 240 Hz. Onze tv’s zijn dus te snel voor de getoonde beelden, waardoor het scherm frames moet bij verzinnen. Deze extra frames zijn op zich een goed idee: het zou onscherpte moeten tegengaan en bewegingen vloeiender moeten laten overkomen. Deze extra frames kunnen echter ook artefacten (rare vormen aan de randen van objecten) veroorzaken, waardoor ze net het omgekeerde effect hebben.

120 Hz vs 240 Hz

Een hogere refresh rate zou per definitie gelijk moeten staan aan een vloeiender beeld. Dit is echter geen sinecure: iedereen aanvaardt het beeld anders en wat voor de ene vervelend overkomt, kan voor een andere een perfect aangenaam beeld zijn.

De meeste kijkers vinden echter de stap van 60 Hz naar 120 Hz een positieve ontwikkeling, terwijl 240 Hz door sommigen als ronduit irritant bevonden wordt. Omdat 240 Hz amper een verbetering lijkt te zijn in vergelijking met 120 Hz, lijkt de refresh rate van 240 Hz meer een marketingstunt te zijn van de fabrikanten. Want bij de consument leeft de gedachte ‘hoe hoger, hoe beter’.

Bovendien is het niet altijd gemakkelijk om bij elke televisie te zeggen hoeveel de refresh rate bedraagt. Elke fabrikant hanteert namelijk zijn eigen benaming, waardoor het moeilijk vergelijken wordt. Zo spreekt Samsung van Clear Motion Rate, heeft Sony het over MotionFlow en gebruikt Philips Perfect Motion Rate. LG noemt het dan weer Dynamic MCI en bij Panasonic heet het BLS of backlight scanning.

Kleine kanttekening: plasma

Om het nog ingewikkelder te maken, moeten we ook nog eens een onderscheid maken tussen lcd-/led-tv’s en plasma. Plasma-tv’s hebben namelijk helemaal geen last van motion blur en hebben dan ook geen nood aan een refresh rate-indexering. De gemiddelde consument is hier echter niet van op de hoogte en denkt vervolgens dat plasma een slechter beeld biedt dan lcd en led, net omdat deze laatste zo hard uitpakken met hun 120 of 240 Hz-waarde.

Om dit foute vooroordeel enigszins tegen te gaan, hanteren de fabrikanten van plasma-tv’s (LG, Panasonic en Samsung) een ‘600 Hz’-indeling. Achter deze waarde schuilt een bijzonder technische uitleg, waarvan de meest eenvoudige luidt dat plasma-schermen elke beeldframe opdelen in tien ‘subfields’. De 60 frames x 10 geeft dan 600 Hz. Die waarde is ook meer een manier van marketing voeren, maar is ook niet echt onjuist.

Conclusie

Is de refresh rate nu een belangrijke parameter of niet? Ja en nee. Veel hangt af van hoe gevoelig je bent voor motion blur. Ben je hier heel gevoelig aan, dan kies je best voor een ledtv met 240 Hz. Heb je hier niet veel last van, kan je ook voor een 120 Hz-tv gaan. Onthoud ook dat elke refresh rate die hoger ligt dan 60 Hz (zo goed als elke televisie, dus) door de tv zelf gegenereerd wordt. Een hoge refresh rate kan daardoor gevolgen hebben voor de inputreactie (lag) van je televisie.

Actieve of passieve 3D?

actieve 3D versus passieve 3D

Bij 3D-televisies wordt er nog steeds een onderscheid gemaakt tussen actieve en passieve 3D. Maar wat zijn de verschillen tussen de twee?

Toen 3D voor het eerst op de markt kwam, waren er twee duidelijke kampen: LG koos voor passief 3D, terwijl onder meer Sony, Philips en Panasonic voor actieve 3D kozen. De laatste jaren zetten ook deze laatste meer in op de passieve 3D, maar ook de actieve variant wordt nog steeds geproduceerd. Wij zetten beide technieken in een vergelijking.

Hoe werkt het?

Bij de oude Active Shutter 3D-technologie krijgt elk oog een ander beeld voorgeschoteld. Die beelden verschijnen razendsnel na elkaar op het scherm, aan 120 ms of sneller. De Active Shutter 3D-bril blokkeert elk oog om beurten zodat het juiste beeld aan het juiste oog wordt blootgesteld. Je hersenen combineren die beelden zodat we diepte zien.

Passieve 3D-schermen tonen beide beelden tegelijkertijd. Elk beeld bestaat uit verschillende lijnen: lijn één bevat beeldinformatie voor het linkeroog, lijn twee is voor het rechteroog bestemd, lijn drie voor het linkeroog, en ga zo maar door. De gepolariseerde brillen doen de rest. Ze zorgen ervoor dat je met je linkeroog enkel de oneven lijnen ziet en met het rechteroog de even lijnen.

Voordelen passieve 3D

  1. Beeldflikkering
    De meest voorkomende klacht bij Active Shutter 3D-schermen, is dat ze beeldflikkering veroorzaken. Als gevolg van die beeldflikkering, kan je last krijgen van vermoeide, droge of pijnlijke ogen na langdurig kijken. Bij passieve 3D-televisies krijg je helemaal geen beeldflikkering meer.Er zijn zelfs gevallen bekend waarbij mensen ronduit misselijk zijn geworden. Dat is vooral te wijten aan de beeldoverlapping die integraal deel uitmaakt van de 3D-technologie. Toch zouden, na tests, mensen minder snel misselijk worden bij de passieve technologie.
  2. Lichte brillen
    Terwijl de actieve 3D-brillen stroom nodig hebben om te functioneren, werken de passieve brillen volledig autonoom. Ze zijn lichter, goedkoper en comfortabeler om te dragen. Bovendien kunnen ze niet plots uitvallen, omdat ze geen batterijen bevatten.

Voordelen actieve 3D

  1. Full HD
    Actieve 3D-schermen produceren beelden aan de Full HD-resolutie van 1080p die door de Active Shutter-bril als dusdanig gedecodeerd wordt. Bij een passieve bril ziet elk oog slechts de helft van die resolutie, 540 p dus.
  2. 2D-kwaliteit
    Op de passieve 3D-schermen is een speciaal laagje aangebracht dat vatbaar is voor kleurverandering en contrastverlies wanneer je afwijkt van de kijkas. Dat is ook het geval voor conventionele 2D-uitzendingen.
    Hoewel er al televisies voorgesteld zijn die 3D zonder bril tonen, lijkt het erop dat we de komende jaren met een brilletje van 3D zullen moeten genieten.

Smart tv kopen? Hoe slim is onze televisie eigenlijk?

Samsung Smart Hub 2014

Bijna elke televisie is vandaag een smart tv. Met deze tv maak je verbinding met allerlei internetdiensten.  Maar hoe ‘smart’ zijn deze televisies nu echt?

De verbinding met het internet maakt heel wat extra online diensten of apps mogelijk. Smart tv kan je vanuit verschillende standpunten bekijken. Voor de ene is connectiviteit en ondersteuning voor allerlei bestanden heel belangrijk, terwijl anderen meer waarde hechten aan een overzichtelijke interface en dito apps.

Het is overduidelijk dat fabrikanten vandaag steeds verder gaan in hun implementatie van het begrip smart tv. Van op maat gesneden content tot nieuwe manieren van bedienen van je televisie.

Ingebouwde apps

Dankzij de internetverbinding kan je niet enkel online surfen dankzij een ingebouwde webbrowser, je krijgt ook toegang tot een groot aantal bekende apps, zoals Facebook, LinkedIn, Twitter, weerdiensten, enzovoort. Heeft je televisie ook een ingebouwde webcam, of is er de mogelijkheid deze optioneel aan te kopen en te koppelen aan de tv, dan kan je Skypen of videogesprekken voeren via je televisie.

Online videodiensten

Misschien wel de meest voor de hand liggende toepassing ligt bij online videodiensten. Wil je bijvoorbeeld op je tv naar YouTube-filmpjes kijken? Geen probleem met je smart tv. Een van de belangrijkste apps op videogebied is Netflix, dat allerlei topseries en films aanbiedt.

Bestanden delen in je thuisnetwerk

Aangezien je je tv via wifi opneemt in je thuisnetwerk, wordt draadloos bestanden delen met andere apparaten een voor de hand liggende toepassing. Denk hierbij aan muziek en video via het protocol DLNA.

Bedienen met bewegingen en stem

Samsung en LG, twee voorlopers van smart tv, zetten ook in op ‘gesture control’, waarbij je je televisie bedient via bewegingen van je handen en armen. Het systeem maakt daarbij gebruik van de ingebouwde camera. Ook spraakcommando’s zijn realiteit, waarbij je met je stem bepaalde tv-functies bedient.

Analyse van je kijkgedrag

Een van de recentste toevoegingen aan het smart tv-gamma is de optie waarbij fabrikanten registreren naar welke programma’s en films je vaak kijkt, om met die informatie je televisie te personaliseren. Samsung gebruikt dit om programma’s op maat aan te bieden: kijk je bijvoorbeeld veel naar komische tv-series, dan zal je tv gelijkaardige programma’s aanbevelen. Hoe meer je dus tv kijkt, hoe persoonlijker het resultaat.

Eind 2013 kwam LG in opspraak met een gelijkwaardig programma. De fabrikant bouwde een functie in waarin het het kijkgedrag van haar smart tv-gebruikers bijhield om nadien op maat gesneden reclame mogelijk te maken. De gebruikers konden deze functie uitschakelen, maar toch bleef de televisie de informatie doorsturen naar de LG-servers. Het bedrijf heeft deze fout ondertussen rechtgezet.

Maar is smart tv echt zo slim?

Een eerste probleem begint al bij de interface: die wordt gemaakt door de fabrikant zelf. En jammer genoeg zijn hardwarefabrikanten geen experts in het maken van software, ondanks hun goede bedoelingen. Denk bijvoorbeeld maar aan het saaie menu van je dvd-speler of Blu-ray-apparaat.

Bekijken we de internetfuncties, loopt ook niet alles altijd even gesmeerd. Browsen is een hele karwei, vooral omdat je in de meeste gevallen tekst invoert en over je scherm navigeert met je afstandsbediening. Een website bezoeken of sociale media bekijken is daardoor redelijk frustrerend en in een wereld vol smartphones en tablets misschien wel irrelevant.

Jammer genoeg is er ook geen uniformiteit op het vlak van mediastreaming: de ene fabrikant ondersteunt het ene videobestand niet, terwijl een ander daar geen problemen mee heeft, en omgekeerd. Daardoor is rechtstreeks streamen van bijvoorbeeld je pc naar je televisie nog niet zo eenvoudig als het zou kunnen (en eigenlijk moeten) zijn.

Bepaalde apps zijn wel handig of gewoon leuk, zoals het Angry Birds-spel. Via bepaalde tv’s kan je het spel via de camera spelen en dus met bewegingen de game bedienen. Een televisie dient in de eerste plaats echter nog altijd om naar videobeelden te kijken en daar ontbreekt het veelal aan kwalitatieve apps. Zoals eerder aangegeven is het wachten op Netflix om een echt goede toepassing van smart tv-apps te vinden.

Terwijl onder meer Samsung en LG bewegingsgestuurde bediening en stemcommando’s toelaten, leert de praktijk ons dat deze functies nog niet helemaal staan waar ze moeten staan. Stemcommando’s werken alleen in een bijna fluisterstille ruimte, terwijl bewegingen alleen onder een bepaalde hoek en een bepaalde lichtsterkte geregistreerd worden. Deze technieken kunnen echter uitgroeien tot leuke extra’s, maar zijn voorlopig nog niet goed genoeg.

Conclusie

Samengevat kunnen we stellen dat smart tv enerzijds wel handig kan zijn, maar eigenlijk niet echt een meerwaarde biedt voor de gemiddelde gebruiker. Het grootste voordeel op dit moment, namelijk de mogelijkheid om bestanden vanuit je thuisnetwerk af te spelen, kan je gemakkelijk oplossen door een ander ‘slim’ toestel op je tv aan te sluiten, zoals een Blu-ray speler of spelconsole.

Om duidelijk te zijn: smart tv is absoluut geen slecht idee. Integendeel, zelfs: het is een logische stap richting een slimme omgeving, waarin alles met elkaar verbonden is via het internet.

Dat smart tv niet meer uit ons leven weg te denken is, blijkt ook uit de praktijk: zoek maar eens een televisie die niet een of andere smart tv-functie heeft. De wijde verspreiding maakt dat fabrikanten en ontwikkelaars meer geneigd zullen zijn het platform verder door te ontwikkelen, zodat we waarschijnlijk binnen een paar jaar volop van een uitgebreide dienstverlening kunnen genieten.

Televisie kopen: led of plasma?

De televisiewereld wordt al jaren gedomineerd door twee types beeldschermen: lcd-led en plasma. Niet iedereen kent echter de verschillen tussen deze twee technieken, dus zetten we ze even op een rij.

Bij de aankoop van een nieuwe televisie staan we telkens voor een haast onmogelijke keuze: welk merk moet ik kiezen? Wil ik een Smart TV? Hoe zit het met 3D? En vooral: kies ik voor plasma of voor led? En waarom?

Nog voor we aan een vergelijking beginnen, moeten we een kleine kanttekening maken: de perfecte tv bestaat niet. Je keuze voor ofwel plasma ofwel led zal afhangen van bepaalde eigenschappen die misschien belangrijk zijn voor jou, maar minder voor iemand anders. Daarom moet je altijd voor jezelf uitmaken wat jij belangrijk vindt en in welke omstandigheden je je televisie het meest gaat gebruiken.

Led-televisies

Eerst en vooral: de benaming ‘led-tv’ is eigenlijk niet volledig. Wat wij een led-televisie noemen, is eigenlijk een ‘oud’ lcd-toestel dat led-achtergrondverlichting kreeg. De techniek heeft echter beetje bij beetje de standaard lcd-televisie verdrongen, waardoor een gewone lcd-televisie zo goed als niet meer te vinden is. Voor het gemak zullen we dus de term ‘led-televisie’ aanhouden.

De lcd-technologie maakt gebruik van vloeibare kristallen die tussen twee lagen glas zitten. Wanneer de stroom wordt ingeschakeld laten de kristallen een bepaalde mate van licht door; het licht is afkomstig van een lamp die zich achter het scherm bevindt. De juiste kleur van elk kristal bereikt men door bepaalde kleuren in het spectrum van wit licht te blokkeren. De led-achtergrondverlichting zorgt dan voor een helderder en scherper beeld.

De jongste jaren drong led zich op als de populairste televisiesoort. Dat heeft het aan verschillende eigenschappen te danken: dit soort televisies produceren een helder beeld, komen in een bijzonder groot gamma aan schermformaten, zijn energiezuinig en kunnen heel dun gefabriceerd worden waardoor fabrikanten echte designpareltjes van hun televisies kunnen maken.

Bovendien heeft ook elke fabrikant verschillende led-reeksen in haar gamma, waardoor je bijzonder veel keuzemogelijkheden hebt. Led-tv’s zijn dus veel wijdverspreider dan plasma en toegankelijker. Je kan een led-tv met een 32 inch scherm kopen, maar ook een met een 84 inch scherm. Je zal dus zeker een televisie vinden die aan jouw noden voldoet.

Plasma-televisies

Plasma is ‘ouder’ dan led en kende samen met de lcd-tv (dus de ‘voorganger’ van led) een grote populariteitsstijging zo’n tien jaar geleden. De techniek is op zich gedurende die tijd amper veranderd: honderdduizenden gascapsules die gevuld zijn met gassen als xenon en neon zijn bedekt met fosfor en zitten mooi opgesloten in een gasplaat die voorzien is van elektroden. Via elektrische impulsen lichten deze cellen op en produceren ze licht. Dit licht verlicht de rode, groene en blauwe fosfor en produceert zo een bepaalde kleur.

Plasma heeft als grote voordeel dat het dankzij het gebruik van gassen een vloeiender beeld oplevert dan led-beeld. Het biedt ook diepere zwartwaarden, wat zorgt voor een groter contrast, bredere kijkhoeken en meer natuurgetrouwe kleuren. Nadeel is dan weer dat plasma doorgaans meer verbruikt dan led, minder goed past in kamers met veel lichtinval en ook in minder verschillende schermformaten komt. Meestal hebben plasma’s ook een iets dikker design.

Kleinere verschillen

De voorbije jaren werd echter duidelijk dat de verschillen tussen plasma en led steeds kleiner geworden zijn. Led zal weliswaar altijd de meest energievriendelijke zijn en plasma zal altijd diepere zwartwaarden bieden, maar de dag van vandaag zijn de twee televisietypes steeds meer op elkaar gaan lijken, waardoor je eigenlijk met beide types kwaliteit in huis haalt. Ook op gebied van bijvoorbeeld design en beeldkwaliteit zijn led en plasma steeds meer naar elkaar toegegroeid.

Het einde van plasma?

Hoewel plasma eigenlijk dus helemaal niet inferieur is aan led (puristen zullen zelfs het omgekeerde beweren), zit de verkoop van plasmatelevisies een beetje in het slop. Dat heeft verschillende oorzaken:

led is groen

In elk productsegment geldt momenteel dezelfde ongeschreven regel: energie-efficiënte producten zijn populair. Uiteraard staan ook wij volledig achter een energievriendelijke samenleving en dus zijn zuinige producten iets positiefs. Maar plasma-televisies deden de voorbije jaren grote stappen vooruit en zijn een pak energie-efficiënter geworden, waardoor je op jaarbasis gemiddeld tussen de 30 en 50 euro meer betaalt dan een led-televisie. Een verwaarloosbaar verschil, dus, maar bij de consument leeft nog altijd de idee dat plasma-tv’s echte energieverslinders zijn.

plasma-tv’s hebben last van burn-in

‘Burn-in’ of ‘image retention’ (het verschil leggen we zo meteen uit) was vroeger een probleem waar veel plasma-tv’s mee kampten. Dit vooroordeel leeft vandaag de dag echter nog steeds bij de consument.

Maar wat is ‘burn-in’ of ‘image retention’? Wanneer je met de allereerste plasma-tv’s naar stationaire tv-zenders keek met bijvoorbeeld onderaan het scherm een nieuwsbalk die uren aan een stuk op het scherm bleef staan, kon het zijn dat die balk ‘sporen’ achterliet op je scherm, waardoor je een uitlijning van de balk zag staan wanneer je de televisie uitschakelde.

Dit kwam omdat de fosfor in het scherm (zeker in de eerste 100 kijkuren van de televisie) nogal fel reageerde en daardoor een indruk op je scherm kon achterlaten. Let wel: dit gebeurde enkel als je daadwerkelijk uren naar dezelfde zender bleef kijken.

Binnen dit fenomeen waren er ook twee soorten: de tijdelijke ‘image retention’ en de permanente ‘burn-in’. Deze fenomenen zijn echter zo goed als volledig verdwenen uit de tv-wereld: ‘burn-in’ bestaat al helemaal niet meer bij de recentere toestellen en ook voor ‘image retention’ zal je al heel wat moeite moeten doen om de effecten ervan op je scherm te zien. Merk je toch een bepaalde naschijn op je scherm, kan je dat heel gemakkelijk oplossen door een kleine poos naar iets anders te kijken, zoals een film, sportwedstrijd, enzovoort. Ook het klassieke ruisscherm is een hele goede remedie tegen ‘image retention’, want elke pixel wordt in een dynamisch geheel opgenomen, waardoor de schijn uit je scherm verdwijnt.

Wie dus op een gewone manier naar televisie kijkt, zal dus amper deze effecten kunnen waarnemen. Ben je toch bang om je scherm te beschadigen, hebben zo goed als alle fabrikanten een modus ingebouwd waarmee je je scherm kan uitschakelen, maar toch het geluid blijft horen. Heel handig als je bijvoorbeeld via je digitale televisie naar een radiozender wil luisteren, waarbij een vast beeld getoond wordt. Dit gaat ‘image retention’ tegen en bespaart je bovendien energie.

Kort samengevat: zowel ‘burn-in’ als ‘image retention’ zijn volledig verleden tijd, maar bij de consument heerst nog wantrouwen, waardoor led-tv’s ook op dit vlak de voorkeur krijgen.

led-tv’s hebben een moderner design

Dat led-tv’s bijzonder dun zijn, zal niemand nog verbazen. Vooral de laatste jaren werd onze markt overspoeld met strakke, dunne en moderne design-tv’s. Plasma’s bleven op dit vlak een hele tijd achterop lopen en bleven dikker, zwaarder en dus minder elegant dan led-toestellen.

De voorbije twee jaar deden plasma-tv’s echter een inhaalbeweging. Ze zijn weliswaar nog niet even dun als led-tv’s, maar ze komen sinds dit jaar toch al in de buurt. Ook de traditionele dikke, zwarte rand rond het scherm lijkt helemaal verdwenen. Het heeft de fabrikanten weliswaar verschillende jaren gekost, maar ook op dit onderdeel zit plasma zeer dicht bij het niveau van led.

Te laat, zo blijkt echter, want Panasonic, de belangrijkste producent van plasma-televisies, maakte dit najaar bekend dat het de productie van plasma-tv’s gaat stopzetten en zich volledig op OLED gaat richten. De twee andere fabrikanten, Samsung en LG, zullen in alle waarschijnlijkheid Panasonics voorbeeld volgen, waardoor plasma uit de rekken dreigt te verdwijnen.

Welke televisie moet ik nu kopen?

Door het mogelijke verdwijnen van plasma zal led in de nabije toekomst waarschijnlijk de enige beeldtechniek zijn die in de winkels zal liggen. Alvast totdat de OLED-techniek volledige doorgang naar de consumentenmarkt vindt.

Momenteel kan je echter nog zowel led als plasma in huis halen. Daarbij moet je je gewoon de vraag stellen wanneer en waarvoor je het toestel vooral zal gebruiken. Plaats je de televisie in een ruimte met veel lichtinval, zal je beter af zijn met een led-tv. Kijk je ook heel veel televisie, zal een led-toestel gezien het lagere verbruik een betere optie zijn dan plasma.

Plaats je de televisie in een donkere ruimte, of een ruimte die je kan verduisteren, zal je meer plezier hebben aan je plasma. Bovendien is plasma dé optie voor wie veel naar films en sportwedstrijden kijkt of gamet.

OLED tv: het beste beeld ooit?

De OLED-techniek staat momenteel nog in kinderschoenen, maar zal de komende jaren een grote speler worden op onze televisiemarkt. Wij lichten de techniek even uit.

De televisiemarkt staat voor een belangrijke periode. Technieken als plasma en led en resoluties als Full HD zijn goed ingeburgerd en dus wordt het alweer uitkijken naar de opvolgers. Voor Full HD wordt dat Ultra HD, terwijl OLED als dé beeldtechniek van de toekomst gezien wordt.

Wat is OLED?

Hoewel de naam heel sterk doet vermoeden dat OLED een soort nieuwere versie van ‘led’ is, werkt het systeem helemaal anders. ‘OLED’ staat weliswaar voor ‘Organic Light Emitting Diode’ en lijkt dus een soort ‘organische’ vorm van led. De enige gelijkenis tussen de twee is echter dat ze allebei tot de familie van de halfgeleiderlichtbronnen behoren. Maar waar led een felle lichtbron is, is OLED een grote-vlakkenstraler.

De emitterende laag van een OLED bestaat uit een speciaal type polymeer of kleine moleculen op basis van koolwaterstofverbindingen: organisch materiaal dus. Deze emitterende laag wordt tussen een positief geladen en een negatief geladen elektrode geplaatst en vervolgens afgesloten voor lucht en water. Wanneer er een elektrische stroom door de laag gestuurd wordt, licht die op.

Wat zijn de voordelen van OLED?

OLED-televisies zullen een nieuwe stap zijn richting de ultieme home cinema-ervaring. Vooral de snelle refresh rate van OLED moet een wereld van verschil maken: die moet maar liefst duizend keer sneller zijn dan led-tv’s van vandaag. Ook plasma-schermen zullen hun meerdere moeten erkennen in OLED. Dat moet voor een vloeiend beeld zorgen zoals je het nog nooit hebt gezien.

Ook beeldruis moet volledig verleden tijd worden, zelfs bij vliegensvlugge actiefilms, games of sportwedstrijden. Dat komt omdat de lichtoutput voor elke pixel apart geregeld wordt, wat lokale dimming mogelijk maakt en dus voor een heel scherp en precies beeld zorgt.

Het resultaat? Een schitterende beeldkwaliteit die de dynamische eigenschappen en zwartwaarden van plasma combineert met de scherpte en helderheid van led en die nog eens een pak verbetert. Ook de kijkhoeken moeten drastisch verbeterd worden, vooral ten opzichte van led-tv’s.

Bovendien kan OLED heel dun gefabriceerd worden (nog dunner dan led), waardoor een scherm van slechts enkele millimeters dik realiteit kan worden. Dat komt omdat de zogeheten ‘subpixels’ zelf oplichten, waardoor dan weer geen backlight nodig is.

Een bijkomstig voordeel van OLED is dat de techniek het toelaat om gemakkelijk in een gebogen scherm geïmplementeerd te worden.

Kan ik al een OLED-tv kopen?

Ja. Voorlopig hebben zowel Samsung als LG al een OLED-televisies op de markt en bij beide fabrikanten gaat het om een gebogen exemplaar. Die van Samsung meet 55 inch, LG gaat zelfs voor 77 inch.

Nog wachten?

Toch lijkt het ons aangeraden om nog even te wachten om een OLED-tv in huis te halen. De techniek staat nog in kinderschoenen en zal ongetwijfeld nog stukken beter worden. Maar het is nu al duidelijk dat OLED de beeldtechniek van de toekomst is.

Loewe vernieuwt Connect ID-lijn

Voor het eerst past Loewe het Assist Media-principe toe bij de Connect ID-reeks. Dat brengt al jouw opgeslagen media samen naar één overzichtelijke plek: of het nu om tv- en radiozenders gaat, video’s, muziek, afbeeldingen op het thuisnetwerk of USB-sticks, apps, internet- of teletekstpagina’s, …

Via een speciale stertoets op je afstandsbediening kan je snel favorieten toevoegen aan het beginscherm, waarna je ze gemakkelijk kan terugvinden en opstarten. Als extraatje biedt Loewe een leermethode bij zijn tv: de Connect ID is bij aankoop al voorzien van bediencodes voor Apple TV en de meest gangbare set-topboxen en heeft een leerfunctie voor apparaten van andere fabrikanten, waardoor je alle apparatuur met een afstandsbediening kan besturen.

200 Hz refresh rate & actieve 3D

Uiteraard blijft de beeldkwaliteit een belangrijk aspect van je televisie. De Connect ID biedt op dit vlak een led-paneel met refresh rate van 200 Hz en actieve 3D. Ook HDTV-tuners voor DVB-T/C/S/S2 zijn aan boord. Qua connectiviteit doet Loewe het als altijd uitgebreid met twee CI+-slots, vier HDMI-poorten en drie USB-aansluitingen.

Audio

Ook de audioprestaties werden herzien en verbeterd: door gebruik te maken van verschillende luidsprekers en subwoofers kan je een 2.0- tot een 7.1-systeem configureren, en alles daartussen.

Het toestel komt met klasse D-versterkers en een totaal muziekvermogen van 80 Watt. De automatische volumeregeling maakt dat alle zenders even luid weergegeven worden. De tweekanaalsversie van de Connect ID beschikt over een puur digitaal audiosignaal van ingang tot eindversterker en een geïntegreerde meerkanaalsdecoder en AV-voorversterker, waardoor het toestel klaar is voor Dolby Digital en dts 5.1 surround sound.

Bij de tweekanaalsversie kan je bovendien met een druk op de knop je favoriete tv-programma’s opslaan op de 500 GB harde schijf. Uiteraard kan je ook bestanden streamen via Loewe’s DR+-streamingtechnologie.

De Connect ID komt in twee omlijstingskleuren (hoogglans zwart en hoogglans wit) en zes karakterkleuren (zwart, wit, zilver, beige, havanna en framboos). Qua schermgroottes heb je keuze tussen 40, 46 en 55 inch schermformaten.

Maak kennis met de Connect ID-familie

Klik hier om producten in te laden

Een tv optimaal aansluiten doe je zo

televisie aansluiten

De technologie staat niet stil en de tijd dat je in je woonkamer aan één kabel genoeg had, ligt al een eindje achter ons. Om door het bos de bomen te blijven zien, leggen we uit hoe je je tv het best aansluit.

Digitale televisie

Bij digitale televisie worden de televisiesignalen niet langer langs analoge weg de huiskamer ingestuurd, maar digitaal. Digitale televisiesignalen zijn kwalitatief beter dan analoge signalen. Als kijker betekent dit onder meer een betere beeldkwaliteit, digitaal geluid en meer zenders.

Digitale televisie kan verlopen via de kabel (DVB-C), via satelliet (DVB-S), draadloos (DVB-T) of via het internet.

Net zoals bij analoge televisie is er voor digitale televisie via de kabel nog steeds een coax-kabel nodig, en een ethernetkabel om van de interactiviteit zoals programma’s op aanvraag te genieten. Kies voor een coax-kabel – zowel binnen als buiten – die geschikt is om televisie van je provider te ontvangen (Telenet, Belgacom).

Ook zal je een decoder in de vorm van een settopbox moeten kopen of huren, of een smartcard dienen te plaatsen in het CI+ slot van je televisietoestel. Bij deze laatste moet je er wel op letten dat jouw tv compatibel is met deze smart card van de aanbieder.

Leestip: Onze beste tips om een televisie te kopen

Randapparatuur

Heb je een dvd-speler of Blu-ray-speler? Dan zal je die met een geschikte HDMI-kabel moeten aansluiten op je tv. Meet de afstand en koop een HDMI-kabel met de juiste lengte. Langere kabels zijn duurder.

Heb je een soundbar of versterker/receiver met luidsprekers dan kan je die verbinden aan de tv met een digitale optische audiokabel. Aansluiten via HDMI kan natuurlijk ook, mits de tv en receiver beschikken over de functie Audio Return Channel (ARC).

Liefhebber van 3D? Om 3D-signalen te kunnen doorsturen moet je tv, receiver of Blu-ray-speler minstens compatibel zijn met de HDMI 1.4a standaard.

Flatscreensteun

Beslis je om de televisie op te hangen aan de muur dan heb je een flatscreensteun of muurbeugel nodig.

 

3D-tv: de moeite waard?

3D televisie

De 3D-technologie is nu al een paar jaar aanwezig in onze huiskamer. Maar is het kopen van een 3D-tv wel de moeite waard?

Eerst en vooral dienen we te wijzen op de verschillen tussen actieve en passieve 3D. Beide technieken hebben voor- en nadelen, dus op dat vlak is het kwestie van voor jezelf uit te maken wat je belangrijk vindt bij het kijken in 3D.

Dat gezegd zijnde, is het ook relevant om te bekijken of je echt wel rekening moet houden of je tv 3D ondersteunt of niet.

Wat kan ik zoal in 3D bekijken?

De eerst en meteen belangrijkste vraag die je jezelf moet stellen. Het antwoord? Bijna alles. Dit moet je echter met een serieuze korrel zout nemen. Je dient namelijk een opsplitsing te maken tussen ‘content in 3D’ en ‘content die je in 3D bekijkt’.

Content in 3D kan je eigenlijk maar op één manier in huis halen en dit is via een 3D Blu-ray schijfje. Sommige films, zoals Avatar en The Hobbit, zijn specifiek opgenomen voor vertoon in 3D in zowel de bioscoop als thuis en komen met een 3D-Blu-ray. Deze films zijn uiteraard het beste wat 3D voor thuisgebruik momenteel te bieden heeft en leveren schitterende plaatjes op.

3D Blu-ray is echter niet de enige manier om thuis in 3D te kijken. De meeste recente 3D-televisies en -projectors komen met een functie die je 2D-beeld omzet in een 3D-ervaring. Zo kan je bijvoorbeeld in 3D naar films, series of sportwedstrijden kijken die gewoon op je set-topbox getoond worden. Omdat het echter niet om ‘native’ 3D gaat, is de kwaliteit van deze beelden echter een heel pak minder. Ook omdat Blu-ray in 1080p-resolutie getoond wordt, en digitale televisie in 720p. Maar zelfs al pas je de 2D naar 3D ‘upscaling’ toe op een 2D Blu-ray, zal je een verschil merken.

De harde realiteit leert ons dus dat je maar een select aantal bronnen in 3D kan bekijken zoals het hoort. Dat gebrek aan kwalitatieve content is een van de grootste pijnpunten van de techniek.

Wat met de brilletjes?

Bij 3D hoort uiteraard een brilletje. Dat is al van in het begin zo en lijkt ook nog even zo te blijven. Een brilloze 3D-techniek bestaat immers, zo bewees Toshiba en ook Nintendo past het in zijn mobiele gameconsole 3DS toe. Maar ook deze techniek werd niet zo enthousiast onthaald. De reden? Steeds hetzelfde verhaal, namelijk het ontbreken van content.

Nieuwe 3D-tv’s worden momenteel nog steeds met brilletjes verkocht, dus het lijkt erop dat we niet meteen brilloos naar 3D zullen zitten kijken, waardoor de drempel naar 3D nog steeds even groot blijft.

Kies ik specifiek voor een tv die 3D ondersteunt?

Deze vraag kan je eigenlijk maar op één manier beantwoorden: ja en nee. Eigenlijk bestaat iets als een ‘3D-tv’ niet (elke televisie speelt immers perfect 2D-beelden af), maar is 3D gewoon een functie die je televisie al dan niet ondersteunt.

En de dag van vandaag is dat meer wel dan niet. 3D zit in de meeste midrange en high-end televisies standaard ingebakken. Daardoor zal je niet specifiek voor een 3D-tv hoeven kiezen, maar krijg je de functie er gewoon bij.

Conclusie

Door een gebrek aan kwantitatieve content is een 3D-functie wellicht geen topprioriteit bij de aankoop van een tv. Je zal echter in de meeste gevallen toch 3D in huis halen omdat je televisie dit standaard ondersteunt. Je kan dus voor jezelf uitmaken of je 3D de moeite vindt of niet en of je er veel gebruik van zal maken.

In sommige gevallen laat de fabrikant je wel de keuze door 3D-functionaliteit te voorzien, maar geen brilletjes mee te geven. Op die manier hoeven zij die geen interesse hebben in 3D, geen extra kosten te betalen voor een dienst die ze niet gebruiken. Wie wel in 3D wil kijken, kan dan de brilletjes apart aanschaffen.

Niko lanceert HDMI-contactdoos

We kenden al de USB-contactdoos waarmee je via je elektriciteitsnet snel USB-apparaten kan opladen. Wie dat een leuk idee vond, zal ook de HDMI-contactdoos van Niko zeker weten te smaken.

Hierop sluit je namelijk een HDMI-bron aan en maak je via een tweede stopcontact verbinding met de ontvanger. Een mooi voorbeeld hiervan kan de verbinding tussen je set-topbox en je televisie zijn. Hangt je televisie bijvoorbeeld aan de muur en staat je set-topbox in of op een kastje, dan moest je uiteraard nog altijd een kabel trekken tussen de twee apparaten. Die kan je wel wegwerken in een kabelgoot, maar met de HDMI-contactdoos van Niko is zelfs dat verleden tijd.

HDMI-contactdoos-niko2

Het HDMI-stopcontact kan geïmplementeerd worden in elke nieuwbouwwoning, gerenoveerd appartement, kantoor, hotel, enzovoort. Er zijn twee varianten. Beide types hebben aan de voorzijde een HDMI-aansluiting, maar achteraan heb je twee keuzes. In een valse wand kan je werken met een HDMI-naar-HDMI-aansluiting. Moet de HDMI-kabel door een leiding, dan kan je voor een HDMI-naar-schroefaansluiting kiezen. De installateur knipt daarbij aan één zijde van de kabel de HDMI-connector af en sluit de draden op de schroefconnector aan.

De contactdoos is versie-onafhankelijk en biedt enkel een doorkoppeling van de kabel die je zelf gebruikt. Er zit immers geen actieve component aan de connectoren.

De HDMI-contactdoos is verkrijgbaar in alle Niko-afwerkingen, zodat die perfect bij de rest van je schakelaars past.

Klik hier om producten in te laden

Wat is HDMI Audio Return Channel (ARC)?

HDMI ARC Audio Return Channel

Tegenwoordig vinden we bij de nieuwste televisies, Blu-ray-spelers en AV-receivers de HDMI ARC-functie terug. Niet iedereen is echter vertrouwd met deze term en weet niet wat die precies inhoudt. In dit artikel leggen we de techniek uit.

De meeste fabrikanten schenken niet zoveel aandacht schenken aan de functie. Eigenlijk onterecht, want HDMI ARC is best wel een handige manier om met minder kabels verschillende apparaten te verbinden.

1Wat is HDMI ARC?

First things first: wat is HDMI ARC eigenlijk? Zoals eerder aangegeven staat ARC voor Audio Return Channel. Kort gezegd is het een functie die het mogelijk maakt audio waarvan de televisie de bron is via een aangesloten HDMI-kabel te versturen naar je home cinema set of receiver.

Deze informatie wordt via dezelfde HDMI-kabel verstuurd als de video-informatie die van je home cinema of receiver naar je tv verzonden wordt. Via HDMI ARC kan je dus je geluid (Audio) doen terugkeren (Return) in een tweede richting of kanaal (Channel) naar het apparaat waar je je video-informatie naartoe stuurt. Dit heeft als voordeel dat je via één HDMI-kabel alle geluidsbronnen op je televisie kan laten afspelen in plaats van een aparte audiokabel te moeten gebruiken.

2Waarvoor dient HDMI ARC?

HDMI ARC werkt eigenlijk op twee manieren. Enerzijds kan de verbinding audio die de televisie zelf voortbrengt, zoals via de ingebouwde tuner of audio van Smart TV-applicaties, naar je receiver of home cinema set sturen en deze dus over je luidsprekers weergeven. Dit lijkt op dit moment misschien niet zo interessant in ons land, maar daar kan snel verandering in komen. Streamingdiensten die via een Smart TV-app werken, zoals Netflix, worden binnenkort in ons land verwacht. Om de audio op een gebruiksvriendelijke manier weer te geven, is HDMI ARC dus bijzonder handig.

Ook audio van externe bronnen, denk aan je gameconsole, Blu-ray speler en set-topbox van digitale televisie, kan via eenzelfde kabel verzonden worden.

3Hoe gebruik ik HDMI ARC?

Tot niet zo heel lang geleden bestonden de meeste HDMI ARC-constructies uit bijvoorbeeld een set-topbox voor digitale televisie die via HDMI met je tv was verbonden, die op zijn beurt de audio doorgaf aan je receiver of home cinema set. Hierdoor had je dus nog steeds voor elk inputapparaat een aparte kabel naar je televisie nodig. Dit kwam vooral omdat home cinema sets, soundbars of receivers over niet genoeg HDMI-ingangen beschikten, zeker als je ook een Blu-ray speler of gameconsole wilt aansluiten. Deze manier werd echter niet door alle fabrikanten ondersteund of omschreven, wat betekent dat het altijd een kwestie van uitproberen was om na te gaan of het systeem werkte.

De meeste fabrikanten speelden hier echter op in door hun audiosystemen met meerdere HDMI-inputs uit te rusten. Nu kun je dus je set-topbox, gameconsole en Blu-ray speler elk apart via een HDMI-kabel op je soundbar, luidspekerset of home cinema-systeem aansluiten, die je op zijn beurt dan weer via een HDMI ARC-verbinding op je televisie aansluit. De audio van je bonnen zal dan door de luidsprekers of soundbar afgespeeld worden, terwijl de video naar je televisie gaat.

Het is dan ook altijd overzichtelijker en logischer om je receiver of home cinema set als centrale hub te gebruiken dan je televisie. Heeft je soundbar toch niet genoeg HDMI-ingangen, kan je beter al je apparaten rechtstreeks met je tv verbinden, en dan een HDMI ARC-kabel naar je soundbar leggen.

Leestip: Alles over de verschillende HDMI-kabels en -standaarden

4Wat zijn de voordelen van HDMI ARC?

HDMI ARC heeft als voordeel dat de optische audiokabel tussen je televisie en je home cinema set overbodig wordt. Dit lijkt misschien een eerder banaal voordeel, maar hoe minder kabels er tussen je verschillende apparaten getrokken worden, hoe overzichtelijker alles wordt en hoe gebruiksvriendelijker.

Met HDMI ARC zal je niet meer telkens de juiste bron moeten zoeken op je soundbar of home cinema set om het geluid af te spelen. Sluit je het ARC-systeem namelijk juist aan, zal de audio namelijk normaal gezien automatisch via je home cinema of soundbar afgespeeld worden.

5Hoe haal ik HDMI ARC in huis?

Beschik je over een recente televisie, home cinema set, receiver of soundbar, dan is de kans groot dat je toestel al de HDMI ARC-techniek ondersteunt. Hoewel fabrikanten dit niet altijd in hun specificaties opsommen, staat het bijna altijd op het toestel zelf aangeduid welke HDMI-poort ARC ondersteunt, zoals je op de foto hieronder kan zien.

Let op: zowel je televisie als je home cinema set, soundbar of receiver moeten HDMI ARC ondersteunen en met de desbetreffende HDMI-poorten met elkaar verbonden zijn, anders zal het systeem niet werken. Ook een HDMI-kabel van het type 1.4 of hoger is vereist.

De laatste maanden en jaren zijn steeds meer fabrikanten hun toestellen gaan uitrusten met HDMI ARC-poorten, zoals Samsung, Toshiba, LG, Panasonic en Sony.

Nest stelt rookmelder van de toekomst voor

Nest Protect

Dankzij enkele slimme functies geeft de Nest Protect meer feedback over je omgeving en wat er waar precies aan de hand is.

Rookmelders zijn handige apparaten die je leven kunnen redden, maar jammer genoeg zijn ze doorgaans beperkt in functionaliteit en zijn ze ook niet echt gebruiksvriendelijk. Nest wil daar nu verandering in brengen met de Protect-rookdetector.

Wat meteen opvalt bij de Protect, is het moderne design. Nest werd dan ook opgericht door Tony Fadell, die eerder bij Philips en Apple aan de slag was en bij laatstgenoemde mee de eerste iPod ontwierp.

Nest Protect is echter niet enkel qua uiterlijk anders dan de traditionele rookmelder. Het apparaat kan om te beginnen het verschil merken tussen een reëel gevaar en wanneer je bijvoorbeeld tijdens het koken iets te veel rook produceert en het alarm doet afgaan.

Bij deze kleine problemen zal de Protect via een vrouwenstem je laten weten wat er precies aan de hand is, waarna je door een simpele zwaai met je hand aan het toestel kan laten weten dat je op de hoogte bent van de situatie en er geen alarm moet geslagen worden.

Is er wel echt een gevaar, dan geven alle Protect-melders in je huis een luid alarm af, waarbij een stem zegt welk probleem er zich in welke ruimte voordoet.

De Protect zal immers niet enkel rookvorming detecteren, maar komt ook met een ingebouwde CO-melder. Zo weet je bij elk alarm precies welke maatregelen je moet nemen om jezelf en je huisgenoten in veiligheid te brengen.

Omdat elk Nest-product met wifi-ondersteuning komt, kan je ook de Protect op je thuisnetwerk aansluiten. Op die manier kunnen de verschillende Protect-stations met elkaar communiceren en ook samenwerken met het andere slimme toestel van Nest, namelijk de slimme thermostaat.

Ook die ondersteunt immers wifi en zorgt voor een slim ecosysteem in je huis. Zo kan de Protect immers detecteren wanneer er iemand in huis rondloopt en zo de thermostaat activeren om voor de juiste temperatuur te zorgen. Na een tijdje zullen de apparaten een patroon ontwikkelen en automatisch de thermostaat activeren.

Bovendien zorgt dit systeem voor extra veiligheid: detecteert de Protect gevaar op CO-vergiftiging, zal het automatisch de thermostaat uitzetten. De meeste gevallen van CO-vergiftiging zijn immers een direct gevolg van de verwarming.

Handig extraatje is het feit dat de Protect via een bericht op je smartphone zal laten weten dat de batterijen bijna leeg zijn (wat volgens de fabrikant na een paar jaar moet zijn).

Of en wanneer de Nest-producten naar ons land komen, is nog niet bekend.

Send this to a friend