Uiteraard zal je geïnstalleerde verlichting nutteloos zijn als je niet de nodige bekabeling voorziet. Want zonder stroom heb je vanzelfsprekend geen licht!
1Voorzie lussen
Voor lichtpunten die in serie worden aangesloten, kan je lussen voorzien in de stroomkabel, die je vervolgens de grond laat uitkomen. Zo kom je nooit kabel te kort. Een tweede optie is om te werken met een aftakdoos die absoluut waterdicht moet (gemaakt) zijn.
2Ondergrondse kabels in rode beschermbuis
Ondergrondse kabels breng je best in een beschermbuis (rood geribd) aan, die je ingraaft op een diepte van minstens 60 cm. Deze rode buis beschermt de stroomkabels tegen fouten bij graafwerken.
3Of kies voor beschermende mantel
Werk je niet met een beschermbuis dan dient het type kabel ook geschikt te zijn voor plaatsing onder de grond. EXVB is dat bijvoorbeeld wel met zijn beschermende mantelbuis, XVB niet. Je kan ook op veilig spelen, en een EXVB-kabel in een beschermbuis aanbrengen.
4Voorzie een apart circuit
Zorg voor een afzonderlijk circuit voor de buitenverlichting, met een verliesstroomschakelaar (30mA) in de zekeringkast. Ook een zwembad, vijver, fontein of andere waterverlichting plaats je best op een apart circuit. Plaats ook de functionele verlichting en de sfeerverlichting op afzonderlijke stroomgroepen.
5Stopcontacten
Voorzie ook voldoende spatwaterdichte buitenstopcontacten waarop je de elektrische barbecue of tuingereedschap kan aansluiten, of een draagbare staanlamp.
Reageer