De ‘Curved OLED’ is een term die steeds meer opduikt in televisieland. De ontwikkeling van een gebogen televisiescherm is dan ook een interessante evolutie. Maar waarom vinden we deze techniek precies terug bij OLED-tv’s?

Sinds eind 2013 zijn OLED-televisies aan een serieuze opmars bezig. Op de IFA-beurs stelden LG en Samsung toen de eerste OLED-schermen voor die voor het grote publiek beschikbaar waren. Opvallend: beide tv’s kwamen met een gebogen scherm, waarbij de zijkanten naar de kijker toedraaien.

Gebogen schermen: niet helemaal nieuw

Natuurlijk hebben we wel al eerder gebogen schermen gezien. Elke bioscoop is namelijk voorzien van een gebogen projectiescherm. Je zou dus kunnen denken dat een evolutie naar gebogen schermen in de huiskamer niet meer dan logisch is, nu het dankzij de OLED-techniek ook technisch mogelijk is.

Omdat OLED veel flexibeler is in gebruik, is het vanaf nu dus ook perfect mogelijk om gebogen schermen in onze huiskamer te krijgen. Bij plasma, led en vanzelfsprekend ook de oude CRT-schermen kon dit niet. Maar naast de technische kant van de zaak moet er uiteraard ook een logisch gevolg zijn voor de beeldkwaliteit van de consument.

De theorie achter een gebogen scherm

Wanneer je aan de voordelen van een gebogen scherm denkt, is er waarschijnlijk één waar je meteen aan denkt: door de buiging krijg je meer een bioscoopgevoel en word je meer in je tv-beeld opgenomen.

Als tweede voordeel kan je zeggen dat je meer licht kan ‘bundelen’ naar de kijker, terwijl het licht bij een plat scherm gewoon recht vooruit uitgestraald wordt. Omdat het scherm op elk punt even ver van je ogen verwijderd staan, krijg je een meer natuurlijke kijkervaring.

Ten derde kan je ook noteren dat een gebogen scherm beeldvervorming tegengaat. Het beeld in een bioscoop wordt geprojecteerd. Omdat het beeld aan de zijkanten van het beeld een langere weg aflegt dan het centrale deel, kan er vervorming opduiken onder de vorm van ‘pincushion’, waarbij het beeld aan de zijden groter lijkt dan die in het midden. Mede hierom is een projectiescherm in de bioscoop gebogen.

Fabrikanten pakken met dezelfde voordelen uit: een gebogen scherm zorgt ervoor dat de afstand naar je ogen van uit verschillende kijkhoeken even groot blijft, wat ervoor zorgt dat je geen detailverlies hebt en iedereen van dezelfde kijkervaring kan genieten.

Beperkte ‘sweet spot’

De theorie achter een gebogen scherm lijkt dan ook heel logisch. Toch moet je hier een heel belangrijk onderscheid maken tussen de bioscoop en de televisie in je woonkamer. Het belangrijkste verschil zit hem natuurlijk in de grootte van het scherm.

Om namelijk voordeel te kunnen halen uit een beeld dat voor elk oog even ver verwijderd is, moet je namelijk in de zogeheten ‘sweet spot’ zitten. Dit kan je een beetje vergelijken met 3D: als je te schuin op je scherm kijkt, zal je niet hetzelfde effect krijgen als wanneer je recht voor de televisie plaatsneemt.

Bij een gigantisch bioscoopscherm is deze sweet spot bijzonder groot, waardoor je zelfs aan de zijkanten van de zaal, vooraan of achteraan van het effect kan genieten. Een televisie is echter een heel pak kleiner, waardoor ook de sweet spot heel wat nauwer wordt.

Televisies hebben op zich al een kleine sweet spot, zelfs al denk je het gebogen scherm even weg. Ook bij platte televisies is het zelfs in 2D-beeld belangrijk dat je op een juiste afstand van je scherm zit om het maximale uit je tv te halen. Zo mag je enerzijds niet te ver gaan zitten om ten volle van de hoge resolutie te kunnen genieten, maar mag je ook niet zo dichtbij zitten dat je de aparte pixels waarneemt. Hier kan je meer lezen welk tv-formaat voor jou het best past.

Natuurlijk ligt ook de sweet spot van de buiging, waarin je de effecten van het gebogen scherm kan waarnemen, slechts in een beperkt gebied van je woonkamer. Ligt jouw kijkpunt niet binnen deze zone, dan heeft een gebogen scherm geen enkele zin.

Om de sweet spot te bepalen van een Curved OLED, komt er heel wat rekenwerk bij kijken. Wij gaan je niet vervelen met de exacte berekening, maar op HomeTechTell kan je het hele rekenproces nalezen. De conclusie luidt echter dat voor een 55 inch tv en een realistische kijkafstand van 228 cm, de buiging zo’n 3 inch (of 7,5 cm) diep moet zijn (dus het diepteverschil tussen de rand en het midden van de televisie moet 7,5 cm bedragen).

De Curved OLEDs die nu beschikbaar zijn, halen deze diepte hoegenaamd niet. De LG Curved OLED heeft bijvoorbeeld een buighoek van 5 graden, terwijl die eigenlijk 7,5 graden moet zijn om de sweet spot op 228 cm kijkafstand te leggen. Dat lijkt misschien een klein verschil, maar dat is het niet. De televisie van LG heeft door de minder grote buiging momenteel een sweet spot die op 340 cm afstand van de tv ligt. Dit is niet enkel een pak verder dan de kijkafstand bij de meeste Vlaamse gezinnen, maar het is ook amper nog aangenaam om van op die afstand naar een 55 inch scherm te kijken, omdat die niet groot genoeg is om de afstand optimaal te overbruggen. Kies je echter een grotere televisie, dan zal ook de sweet spot verder komen te liggen.

Buighoek aanpassen = de oplossing?

Het enige wat de sweet spot dichter bij je scherm kan brengen, is de tv nog verder gaan buigen. Maar echt een oplossing kan je dit niet noemen. Voor de persoon die precies op de juiste plaats zit, zal meer buiging ervoor zorgen dat de afstand van het scherm naar beide ogen overal perfect even groot is, en dat is het uiteindelijke doel van de fabrikanten.

Maar jammer genoeg telt dit voor slechts één persoon, die op precies de goede plek zit. Kijk je uit een schuinere positie naar je scherm, kan je dit effect niet meer waarnemen. In de bioscoop lukt dat wel, net omdat het scherm zo groot is.

Een extra nadeel van een gebogen scherm is dat het moeilijker of zelfs onmogelijk wordt om het via een beugel aan de muur op te hangen.

Waarom buigen fabrikanten hun schermen?

Op dit moment dienen we deze vraag te beantwoorden met: omdat het kan. De evolutie naar OLED is iets wat we enkel maar kunnen toejuichen en het feit dat we onze televisieschermen gewoon al kúnnen buigen, is een technisch hoogstandje.

Fabrikanten buigen hun OLED-tv’s ook om duidelijker op te vallen en een onderscheid te maken met led- en plasmatelevisies. Op zich is daar uiteraard niets mis mee, maar een echte functie heeft het niet.

Nieuwe trend: buigbare OLED-televisies?

Op CES 2014 zagen we alweer een nieuwe trend opduiken: OLED-tv’s met een plat scherm die via een speciaal mechanisme het scherm kunnen buigen. Een echt huzarenstukje, waar zowel Samsung als LG mee uitpakten.

Conclusie

Een gebogen OLED-scherm is momenteel eigenlijk niets meer dan een gimmick. Je zal namelijk amper iets, of zelfs helemaal niets, merken van het bioscoopeffect. OLED zit echter nog in kinderschoenen en blijft in ontwikkeling, dus het is goed mogelijk dat hier nog verandering in komt. Omdat OLED zo flexibel is qua schermgrootte en resolutie, is een toekomst waarin een OLED-scherm een hele muur inneemt niet ondenkbaar. In dat geval kan een bioscoopgevoel wel bereikt worden. Gebogen schermen of niet, de toekomst van OLED is er zeker en vast een om in de gaten te houden.

Reageer