Bij High Definition televisie hoor je vaak termen als 720p en 1080i vallen. Maar wat betekenen ze juist?
720p staat voor een beeldresolutie van 1280 x 720 pixels en een progressieve beeldopbouw; met 1080i bedoelt men een beeldresolutie van 1920 x 1080 pixels en een geïnterlinieerde beeldopbouw (interlaced in het Engels).
Met een geïnterlinieerde indeling wordt het scherm in twee fases opgebouwd. Die opbouw gebeurt erg snel zodat het menselijke oog dit amper ziet, behalve een kleine flikkering in het beeld. Een progressief signaal is geavanceerder dan geïnterlinieerd. De beelden worden in één keer op het scherm geschreven. Vooral bij bewegende beelden (sportuitzendingen e.d.) doet 720p het erg goed.
Tv-formaten worden steeds volgens volgende formule omschreven: (1) het aantal actieve lijnen per frame + (2) het scanning algoritme (interlaced of progressive) en (3) de frame rate. Zo komen we tot aanduidingen als 720p50, 1080i25 of 1080p50.
Maar wat is nu het verschil tussen 1080i en 720p?
Wanneer we naar de cijfers kijken lijkt 1080i beter dan 720p. In de praktijk is het echter een ander verhaal. Bij 720p worden 50 volle beelden per seconde aangeboden en is er geen bewegingsonscherpte door de progressieve opbouw van de beeldlijnen. Bij 1080i worden slechts 25 beelden per seconde opgebouwd, en worden de beeldlijnen wisselend opgebouwd. Dat veroorzaakt bewegingsonscherpte. Ondanks dat 1080i meer beeldpunten bevat (1920 t.o.v. 1280 bij 720p) gaat het hier wel om beeldpunten in stilstaande beelden. Bij bewegende beelden is het aantal beeldpunten dat wordt afgeleverd per seconde van belang voor de uiteindelijke kwaliteit.
Op het vlak van bandbreedte – van belang voor de omroepen en kabelmaatschappijen – zijn er amper verschillen.
Reageer