Elke maand zetten we een album van de maand in de kijker. Deze maand is dat Blackstar van David Bowie.

We beginnen meteen met een biecht: normaal stond er een ander album ingepland als ons album van de maand voor januari, maar uiteraard kon je de voorbije weken niet om Blackstar heen. Dat Bowie een absolute muziekgrootheid is en al gedurende decennia een gigantische invloed gehad heeft op alles wat met muziek, mode en zelfuiting te maken heeft, staat natuurlijk buiten kijf. Maar voor heel wat jongelingen is Bowie’s eigen muziek eerder onbekend. Ook op onze redactie noemen we ons hoegenaamd niet de grootste Bowie-kenners, maar dat de man op zijn eigen eclectische manier een onschatbare muzikale erfenis achtergelaten heeft, is zeker.

Wij gingen deze review dan ook aan als Bowie-leken, of toch zo goed als. We gaan zelfs een stapje verder: Bowie’s muziek was niet meteen our cup of tea. En net daarom is de keuze voor Blackstar misschien ook net relevant: weet Bowie zijn status met zijn allerlaatste album te bevestigen, zelfs voor wie geen fan is?

We kunnen dat antwoord meteen meegeven: ja. Blackstar had bij ons zeker een inloopperiode nodig, maar we waren tegelijkertijd aangenaam verrast en enthousiast over de jazzy insteek die het album meekreeg.

blackstar

Openen doet Bowie met de title track, die redelijk dromerig is en zelfs wat eng aandoet. Je krijgt het gevoel in een occultistisch gezelschap te zijn terechtgekomen. Ongeveer aan de helft van het nummer (en dat is na een dikke vier minuten) gaat het lied echter over in een meer herkenbaar popnummer, zonder echter Bowie’s eigenwijsheid uit het oog te verliezen. Een echt refrein ontbreekt, maar het hoge, met dubbele stem gezongen I’m a blackstar // I’m not a filmstar // I’m a blackstar //  I’m not a popstar // I’m a blackstar // I’m not a marvelstar // I’m a blackstar zorgt voor de nodige eenheid.

Het lied is bijzonder simplistisch opgebouwd en bestaat uit niet veel meer dan enkele subtiele strijkers, een eentonige drum en Bowie’s zweverige stem, uitblinkend in de vele aaaaaaah-aaaaaah‘s. Een knappe, maar wel wat atypische (als je voor Bowie iets atypisch kan noemen, tenminste) opener.

”Tis a Pity She Was a Whore’, het tweede nummer op het album, lijkt dan weer zo uit een jazzcafé (of uit de film Whiplash) weggewandeld te zijn. Niet verrassend, aangezien Bowie zich liet begeleiden door saxofonist Donny McCaslin. Er zit een stevig ritme in het nummer, waardoor het volledig op zichzelf staat tussen de andere tracks.

Bowie haalt meteen ook zijn zwoelste stem boven en zingt bijna verhalend Man, she punched me like a dude // Hold you mad hands, I cried // ‘Tis a pity she was a whore // ‘Tis my curse, I suppose // That was patrol // That was patrol // This is the war. ”Tis a pity she was a whore’ is zo’n nummer dat niet veel mensen echt goed gaan vinden, maar je kan het ook onmogelijk slecht noemen. Vooral het trompettenwerk is subliem, zelfs voor wie jazz niet echt lust.

Het tempo wordt weer verlaagd voor de absolute nummer één van het album: Lazarus, tevens ook de leading single. Je mag ‘Lazarus’ bekijken vanuit het perspectief van Newton, Bowie’s rol in de film The Man Who Fell To Earth. Waarschijnlijk heb je de clip al gezien, en het dramatische karakter van een geblinddoekte Bowie komt ook perfect tot uiting in de tekst: Look up here man, I’m in danger // I’ve got nothing left to lose // I’m so high, it makes my brain whirl // Dropped my cell phone down below // Ain’t that just like me?

‘Lazarus’ is op vele vlakken een heel compleet nummer: het is tijdloos, maar zo gecomponeerd dat het perfect zijn mannetje kan staan op de hedendaagse alternatieve radiozenders. Ook hier is de jazzinvloed weer heel herkenbaar, ook in de uitgestrekte outro.

Het herwerkte ‘Sue (Or In A Season Of Crime)’, dat je eerder op Bowie’s compilatie-album Nothing Has Changed kon terugvinden, kreeg een soort drum ’n bass meets misdaadfilm-ritme mee dat het verraderlijke thema nog eens extra benadrukt: Sue, I found your note // That you wrote last night // It can’t be right // You went with him // Sue, I never dreamed // I’m such a fool // Right from the start // You went with that clown.

‘Sue’ bouwt gestaag op en ontploft op het einde met zware drums en is het eerste moment waarop je beseft dat Bowie ook een rocker is. Afwisseling op het juiste moment, heet dat dan.

Met ‘Girl Loves Me’ heeft Bowie opnieuw een hoogtepunt te pakken. Het lied is een soort passief-agressieve uiting en de zanger is voluit, flashy en gek in de tekst: Cheena so sound, so titi up this malcheck, say // Party up moodge, nanti vellocet round on Tuesday // Real bad dizzy snatch making all the omeys mad – Thursday // Popo blind to the polly in the hole by Friday. Euhm, oké…

Het album ging naar verluidt een beetje mosterd halen bij ‘To Pimp A Butterfly’ van Kendrick Lamar, en die rapinvloed is heel duidelijk merkbaar. ‘Where the f*ck did Monday go?‘, we vragen het ons soms ook af. In ieder geval, het nummer toont nog maar eens hoe verscheiden Bowie’s talenten verspreid liggen over quasi elk denkbaar genre.

‘Dollar Days’ is dan weer een knappe mix van, alweer, jazz en pure pop, met op het einde mooi gitaarwerk. In het lied is een zekere nostalgie en weemoedigheid gekropen: If I never see the English evergreens I’m running to // It’s nothing to me // It’s nothing to see.

Het droevige karakter van ‘Dollar Days’ wordt vervolgens gewoon doorgetrokken naar ‘I Can’t Give Everything Away’, waarin een samenspel van saxofoon en mondharmonica Bowie’s allerlaatste muzikale kaars zachtjes doet uitdoven. Seeing more and feeling less // Saying no but meaning yes // This is all I ever meant // That’s the message that I sent // I can’t give everything away.

Blackstar telt maar zeven nummers, maar het doet ons plezier dat ze stuk voor stuk van een gelijkaardig hoog niveau zijn, met enkele positieve uitschieters. Voor de niet-fans zal het album waarschijnlijk enkele luisterbeurten nodig hebben, maar eens je in de juiste mindset bent, merk je al snel dat Blackstar wel degelijk een hele sterke tracklist heeft.

Het is een knap laatste wapenfeit van Bowie, en eentje die zijn cultstatus als ‘laatste album’ helemaal van zich afschudt door gewoon een heel sterk geheel te vormen. Eentje die elke muziekliefhebber eigenlijk in zijn collectie moet hebben.

Chapeau, David, en adieu.

 

 

Klik hier om producten in te laden

Reageer