Smartphones krijgen steeds betere camera’s en nemen daardoor ook steeds meer de plaats in van de klassieke fotocamera. Net daarom sommen wij enkele tips op die je kunnen helpen om betere foto’s met je smartphone te nemen.

1. Kies een goede app

Of je nu een Android-, iOS- of Windows Phone-gebruiker bent, er bestaan honderden alternatieve camera-apps die je kan gebruiken om foto’s met je smartphone te nemen. Blijf dus niet steevast vasthouden aan de meegegeven software van de fabrikant, maar zoek uit welke app voor jou de beste resultaten geeft. Voorbeelden van zo’n software zijn Camera FV-5 voor Android en KitKam voor iOS. Deze apps geven je alvast een pak meer bewerkingsmogelijkheden dan de meeste standaardprogramma’s op je telefoon.

2. Leer je software kennen

Als je een nieuwe smartphone aankoopt, met eventueel een ander besturingsysteem, is het belangrijk dat je de opties die je toestel biedt leert kennen. De meeste smartphonecamera’s komen nu met een hele rist aan instellingen die je kan wijzigen, zoals belichting, shuttertijd, dubbele camerafuncties, enzovoort. Speel ook met functies als HDR en panoramafoto’s, zodat je al deze opties beter leert kennen en zo de drempel verlaagt om ze toe te passen. Hoe beter je je camerasoftware kent, hoe sneller je die kan toepassen en dus hoe groter de kans dat je dat perfecte beeld kan vastleggen.

3. Croppen in plaats van zoomen

De meeste smartphonecamera’s beschikken over een digitale zoomfunctie, maar eigenlijk laat je die beter met rust. Zodra je begint te zoomen, zal je immers merken dat de kwaliteit van je foto spectaculair kan dalen naarmate je meer inzoomt. Dit komt omdat je camera enkel het geselecteerde beeld zal ‘uitrekken’ en zal gaan ‘gokken’ wat er zich precies in dat stuk van het beeld bevindt. Een betere optie is om de foto niet ingezoomd vast te leggen en daarna te gaan croppen op het beeld dat je wil benadrukken. De meeste smartphones hebben een 8 megapixelcamera of beter, zodat je over meer dan voldoende beeldinformatie beschikt om te kunnen croppen en je foto ook online kan delen.

4. Kies niet altijd voor een filter

De populariteit van diensten als Instagram heeft het gebruik van filters aanzienlijk zien toenemen. Dit is logisch, want het gebruik van filters is een snelle manier om allerlei leuke effecten aan je foto toe te voegen. Zo kan je je beeld een rustieke look geven, of verschillende kleuren extra doen opvallen, enzovoort.

Een goede raad: kies niet altijd voor deze snelle, gemakkelijke weg. Als je echt unieke foto’s wilt creëren, pas je beter zelf de instellingen van je beeld aan. Je hoeft daarvoor ook niet tot de begrenzingen van je camerasoftware te blijven, maar je kan ook een specifiek daarvoor ontworpen app downloaden, zoals SnapSeed, iPhoto of Photoshop Express. Met deze programma’s kan je immers zaken als contrast, scherpte en kleurtemperatuur handmatig gaan aanpassen. Zaken die je normaal alleen bij een digitale camera terugvindt, dus.

5. Negeer de flitser

Een camera komt de dag van vandaag altijd met een flitser, en dus ook op smartphones. Deze flitser is uiteraard heel handig in donkere ruimtes, maar laat je best achterwege als je over enigszins voldoende licht beschikt. De led-flasher op je smartphone is immers niet van dezelfde kwaliteit als de flits op je digitale camera, waardoor je onderwerpen al snel overbelicht worden en de kleurtemperatuur helemaal fout gaat zitten. Bovendien is de flitstijd bij een smartphonecamera bijna altijd te lang, zodat het onderwerp niet ‘bevroren’ wordt vastgelegd. En omdat de flitser zo dicht bij de lens zit, heb je heel vaak problemen met rode ogen op je foto’s.

Uiteraard zal je in het donker bijna niet anders kunnen dan een beroep doen op je flash, hoewel de sensoren op smartphones steeds beter presteren in condities met weinig licht voorhanden. Je zal meestal wel enige vorm van licht nodig hebben, dus uitkijken naar andere opties dan je flits is geen slecht idee.

6. Hou je lens filter

In tegenstelling tot een digitale camera, die je meestal keurig wegstopt in een daarvoor voorzien tasje, sleur je je smartphone overal met je mee. Je stopt je telefoon ook meestal in je broekzak, die niet altijd even proper is. Daardoor is de kans groot dat je lens op een gegeven moment vuil wordt. Het resultaat zijn donkere en onscherpe foto’s die, ongeacht hoeveel instellingen je wijzigt, voor de vuilbak zijn. Een propere lens is dus van groot belang.

7. Vergeet de algemene richtlijnen niet

Naast al deze tips mag je één belangrijk detail niet uit het oog verliezen: vergeet de algemene regels van de fotografie niet. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de ‘rule of thirds’ (waarbij je je beeld aan de hand van lijnen kan indelen en je de onderwerpen in je foto op de lijnen kan plaatsen voor een mooier resultaat), het geduld nemen om je omgeving te leren kennen, spelen met licht en invalshoeken, enzovoort. Alle algemene tips die gelden voor ‘gewone’ fotografie, gaan immers ook op voor smartphonefoto’s.

8. HDR

HDR of High Dynamic Range is een knappe functie die je op zo goed als elke moderne smartphone uit het middensegment of hoger terugvindt, maar die eigenlijk veel te weinig gebruikt wordt. De HDR-optie zorgt nochtans voor unieke foto’s met opvallende belichting en kleuren. Wanneer je de HDR-functie activeert en een foto neemt, zal je camera drie foto’s nemen bij drie verschillende belichtingen. Je camera zal vervolgens die foto’s samensmelten tot één geheel. Het resultaat is een foto die zowel heldere als donkere beelden heel scherp weergeeft. Het opgeleverde beeld lijkt ook meer op hoe we het onderwerp met onze eigen ogen zien en komt dus natuurlijker over.

Het gebruik van HDR is echter niet altijd even aangewezen. De techniek leent zich heel goed voor foto’s van landschappen of bij direct zonlicht, maar zal bij snel bewegende voorwerpen geen scherpe foto’s nemen. Ook bij portretfoto’s is HDR in de meeste situaties niet ideaal, aangezien ze te veel detail weergeven.

9. Gebruik de hoogste resolutie

Dit lijkt een logische tip, maar dat is het niet altijd. Bij het nemen van foto’s met je smartphone is het belangrijk dat je je instellingen induikt en om er zeker van te zijn dat je foto’s in een zo hoog mogelijke resolutie vastgelegd worden. Je smartphone zal met grote waarschijnlijkheid immers foto’s in verschillende resoluties kunnen vastleggen. Om je foto’s toch met enige kwaliteit online te kunnen plaatsen, of af te drukken, kan een hoge resolutie nooit kwaad. In principe zal je smartphone standaard ingesteld zijn op de hoogste resolutie, maar door eens snel te checken weet je het meteen zeker.

10. Denk aan objectieven

Een nieuwe trend die de laatste tijd doorgang vindt, is het gebruik van objectieven op je smartphonecamera. Sony was hier pionier in en lanceerde eerder met de QX10 en QX100 twee objectieven die echte camerakwaliteit naar je smartphone moeten brengen. Ook Olloclip heeft verschillende objectieven klaar om meer uit je smartphonecamera te halen.

Deze opzetstukken bieden meer zoomopties en zorgen voor nieuwe effecten, zoals fisheye-effecten, waardoor je dan weer meer opties hebt om leukere foto’s te nemen.

Reageer